De betrouwbaarheid van Genesis

Betrouwbaarheid Genesis betwist

De betrouwbaarheid van het boek Genesis wordt alom betwist. Een korte zoektocht levert een aanzienlijke hoeveelheid aan ‘bewijzen’ die de historische betrouwbaarheid van het boek Genesis zouden betwisten. Ik beperk me even tot één bron, Wikipedia. Daar vond ik de volgende zes argumenten tegen de historische betrouwbaarheid van Genesis:

1. Genesis beschikt niet over een duidelijke aanduiding van het auteurschap
2. Er is sprake van anachronismen (fouten tegen de tijdrekening)
3. Er worden diverse Hebreeuwse benamingen voor God gebruikt
4. Er is sprake van diversiteit in stijl en woordenschat
5. Genesis bevat duplicaten en tegenstrijdig lijkende verhalen over dezelfde gebeurtenissen
6. Genesis bevat verhalen die ook in andere, oudere, geschriften bekend zijn, bijvoorbeeld het verhaal van de Zondvloed dat overgenomen lijkt van het Gilgamesj-epos

Argument 1

Bij het eerste argument gaat het meteen mis. Maar het mooie is dat als je het antwoord op het eerste argument kent, nummer 2 t/m 6 ook meteen weerlegd blijken te zijn.
Men gaat er in het gunstigste geval over het algemeen vanuit dat Mozes Genesis geschreven heeft. Mozes leefde ongeveer 2500 jaar na Adam en zou alles via mondelinge overlevering tot zich gekregen hebben en vervolgens op schrift hebben gesteld. Maar meestal gaat men er echter vanuit dat het boek Genesis pas tot stand kwam in de Babylonische ballingschap, zo rond 580 v. Chr. Nog veel later dus.
Maar het is onzin! Genesis is, net als bijvoorbeeld het Nieuwe Testament, een verslag van OOGGETUIGEN. Genesis is geschreven door diverse schrijvers die zelf de hoofdrolspelers zijn in het boek Genesis. Zij hebben elk hun gedeelte geschreven en dit ook ondertekend. Doordat de vertalers dit niet begrepen, wisten zij ook geen raad met de aanwijzingen en hebben het weg vertaald. In Genesis wordt namelijk consequent melding gemaakt van: ‘dit zijn de toledoth (Hebreeuws) van…’ De vertalers hebben dit op verschillende manieren vertaald.

Een paar voorbeelden uit de NBG vertaling (Genesis):

2:4 – ‘Dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde.’
5:1 – ‘Dit is het geslachtsregister van Adam.’
6:9 – ‘Dit is de geschiedenis van Noach.’
10:1 – ‘Dit zijn de nakomelingen der zonen van Noach: Sem, Cham en Jafet.’

Het woord ‘toledoth’ houdt verband met ‘geboorte’ of ‘afkomst’ en zou je kunnen vertalen met ‘ontstaansgeschiedenissen’ of ‘geschriften’ of ‘nagelaten documenten’. De frase is namelijk een onderschrift van degene die het geschreven heeft. De schrijver geeft als een soort naschrift: ‘dit zijn de toledoth van….’

Wij kennen zo’n naschrift nu nog steeds in het begrip ‘colofon’. Een colofon is het slotstuk van drukwerk, waarin vermeld wordt hoe het drukwerk tot stand is gekomen: wie de schrijver is, de uitgever, de vertaler, enz.

Genesis is een verzameling geschriften/documenten van geschiedenissen

Hieronder volgt een overzicht van de diverse schrijvers van het boek Genesis:

1e deel 1:1 t/m 2:4 – ‘Dit zijn de toledoth van hemel en aarde.’ (door God zelf, of door Adam?)

2e deel 2:5 t/m 5:1a – ‘Dit is het boek van de toledoth van Adam.’

3e deel 5:1b t/m 6:9a – ‘Dit zijn de toledoth van Noach.’

4e deel 6:9b t/m 10:1 – ‘Dit zijn de toledoth van de zonen van Noach: Sem, Cham en Jafeth.’

5e deel 10:2 t/m 11:10a – ‘Dit zijn de toledoth van Sem.’

6e deel 11:10b t/m 11:27a – ‘Dit zijn de toledoth van Terah.’

7e deel 11:27b t/m 25:12 – ‘Dit zijn de toledoth van Ismaël.’

8e deel 25:13 t/m 25:19a – ‘Dit zijn de toledoth van Izak.’

9e deel 25:19b t/m 36:1 – ‘Dit zijn de toledoth van Ezau.’

10e deel 36:2 t/m 37:2a – ‘Dit zijn de toledoth van Jakob.’

11e deel 37:2b t/m einde – geen naschrift.

Mozes heeft de geschriften (kleitabletten) bij elkaar gebracht en eventueel vertaald. Hij heeft hier en daar de tekst bewerkt (geredigeerd), wat meteen een verklaring is voor argument 2.

Een anachronisme is een term die niet lijkt te passen in de tijd waarin iets is opgeschreven.
Een drietal voorbeelden uit Genesis:

Genesis 14:3:

‘Deze allen kwamen in bondgenootschap naar het dal Siddim, dat is de Zoutzee.’

Genesis 14:7:

‘Daarna keerden zij terug en kwamen te En-Mispat, dat is Kades (..)’

Genesis 23:19:

‘Daarna heeft Abraham zijn vrouw Sara begraven in de spelonk van het veld van Makpela, tegenover Mamre, dat is Hebron, in het land Kanaän.’

Mozes heeft de tekst geredigeerd en heeft toevoegingen gedaan om zaken te verduidelijken. Het dal Siddim bijvoorbeeld, uit Genesis 14:3, was intussen, in de tijd dat Mozes leefde, de Zoutzee.

Argument 3 wordt ook weerlegd door het feit dat Genesis door meerdere schrijvers is geschreven over een langere periode. Zij hebben verschillende benamingen voor God gebruikt en ook in sommige gevallen verschillende talen gesproken.

Voor argument 4 geldt hetzelfde: het is logisch dat er diversiteit is in stijl en woordenschat. Het boek Genesis is namelijk geschreven door verschillende schrijvers. Dat is juist een argument voor de betrouwbaarheid van het boek/de boeken!

Argument 5: verschillende schrijvers hebben dezelfde gebeurtenis beschreven. Zo wordt van de schepping van de mens tweemaal verhaald (Genesis 1 en 2) en is de geschiedenis van Noach door zijn drie zonen geschreven en waarschijnlijk door Mozes in elkaar geschoven als één verslag.

Argument 6: het verhaal van de kip en het ei. Adam was er hoe dan ook eerder dan het Gilgamesj-epos… Genesis is een 100% betrouwbaar boek, opgetekend uit de eerste hand door ooggetuigen!

Leert Genesis 1 dat God hemel en aarde in zes dagen heeft geschapen?

Genesis 1, om precies te zijn Genesis 1:1 t/m Genesis 2:4, is een boek, het eerste boek van Genesis. Het is een verslag van de schepping van hemel en aarde. Het boek is ondertekend met: ‘Dit zijn de ontstaansgeschiedenissen/de verslagen [Hebreeuws: toledoth] van hemelen en aarde’ (2:4). De Septuagint, de Griekse vertaling van het Oude Testament, vertaalt in Genesis 2:4 met: ‘Dit is het “biblios genesioos” van hemelen en aarde.’ ‘Het wordingsboek’ van hemelen en aarde dus. Hier is ook de Griekse naam van het boek – Genesis – aan ontleend.

Of Genesis 1 leert dat God hemel en aarde in zes dagen geschapen heeft, lijkt een open deur, maar is het niet. Als we hier namelijk als antwoord ‘ja’ op geven, komen we voor problemen te staan, die zich bij het lezen van Genesis 1 aan ons opdringen.

1. Al op de eerste dag is er sprake van het scheppen van licht en wordt er duidelijk een scheiding gemaakt tussen licht en duisternis, tussen dag en nacht. Maar pas op de vierde dag is er sprake van de schepping van de zon (:16). Hoe kan er sprake zijn van dag en nacht als de zon nog niet is geschapen?

2. Waarom wordt er elke keer gezegd: ‘en het is avond geworden en het is morgen geworden, de eerste/tweede/derde, enz. dag?’ Is God afhankelijk van dag en nacht? Moet Hij rusten? De Bijbel leert dat God niet verzwakt en dat Hij niet moe wordt (Jesaja 40:28; Psalm 121:4).

3. En hoezo ‘dag’? Waar is het dan ‘dag’? Als het aan de ene kant van de aarde dag is, dan is het aan de andere kant nacht. De aanduiding dat het ‘dag’ of ‘nacht’ is, is een beschrijving van lokale tijd.

4. Hoe kunnen Adam en Eva beiden op de zesde dag geschapen zijn (1:26-27), terwijl Genesis 2 beschrijft dat God na de schepping van Adam een hof plantte (:8), Adam instructies gaf over de hof en de boom van kennis van goed en kwaad (:16-17), alle dieren bij Adam bracht, zodat hij ze een naam kon geven (:19-20) en vervolgens een diepe slaap over Adam brengt, een zijde uit hem neemt en daarvan zijn vrouw Eva bouwt (:21-22)? Dit alles moet dan binnen 24 uur, sterker nog: binnen 12 uur (bij daglicht), hebben plaatsgevonden. Dat lijkt erg onwaarschijnlijk.

Het antwoord op deze vragen is, dat Genesis 1 niet leert dat God de aarde in zes dagen heeft geschapen, maar dat Genesis 1 een verslag is van hoe God aan Adam in zes dagen verslag deed hoe Hij de aarde heeft geschapen. God schiep ‘in den beginne (letterlijk: in begin) de hemelen en de aarde’. Wanneer dit was, wordt niet gezegd.

We vinden in Genesis 1 tien keer de term: ‘En God zeide….’ Tegen wie sprak God? Antwoord: tegen Adam. God vertelde aan Adam op de eerste dag hoe Hij licht en duisternis maakte.
De telkens terugkerende frase: ’Toen was het avond geweest en het was morgen geweest,’ dag één, dag twee, dag drie, enz. is een vermelding van Adam dat de dag afgesloten wordt en kondigt een rust aan, voor Adam.
God vertelde van Zijn scheppingswerken, Adam maakte notities, en sloot aan het einde van een dag af met de opmerking: ’Toen was het avond geweest en het was morgen geweest.’

De zon werd niet pas op de vierde dag geschapen. De zon was er al toen God op de eerste dag verslag deed aan Adam van Zijn scheppingswerken. En pas op de vierde dag vertelde God aan Adam hoe Hij de zon had gemaakt. De pauze die tussen elke scheppingsdag beschreven wordt, is dus niet voor God, maar voor Adam. Adam had nachtrust nodig. Ook de rust van de zevende dag is niet voor God, maar voor Adam. Markus 2:27 – ‘De sabbat is gemaakt om de mens, en niet de mens om de sabbat.’
Als er gesproken wordt over ‘avond’, ‘morgen’ en ‘nacht’ veronderstelt dit lokale tijd. God is niet aan één kant van de aarde en is niet afhankelijk van lokale tijd. De gebruikte termen veronderstellen dat God het woord richt tot iemand op aarde.

De zes dagen in Genesis 1 zijn dus niet de eerste zes dagen van de aarde, maar de eerste zes dagen van Adam. In die zes dagen vertelt God aan Adam hoe Hij ‘in den beginne’ de aarde geschapen heeft.
Maar hoe zit het dan met Exodus 20:11? Daar staat toch dat God in zes dagen de hemel en de aarde gemaakt heeft?

Exodus 20:8:

‘Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt; 9 zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk DOEN; 10 maar de zevende dag is de sabbat van de Here, uw God; dan zult gij geen werk DOEN, gij noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch de vreemdeling die in uw steden woont. 11 Want in zes dagen heeft de Here de hemel en de aarde GEMAAKT [letterlijk: GEDAAN], de zee en al wat daarin is, en Hij rustte [letterlijk: stopte] op de zevende dag; daarom zegende de Here de sabbatdag en heiligde die.’

In vers 9, 10 en 11 vinden we drie keer hetzelfde Hebreeuwse woord ‘asah’. Dit woord betekent ‘doen’ in de breedste betekenis van het woord. Je kunt van alles ‘doen’. Het is in vers 9 en 10 vertaald met ‘doen’ en in vers 11 opeens vertaald met ‘gemaakt’. Als de vertalers het woord consequent vertaald hadden, zou er in Exodus 20:11 staan: ‘Want in zes dagen heeft de HERE de hemel en de aarde GEDAAN…’ Wat heeft God in zes dagen gedaan? God heeft in zes dagen aan Adam verslag gedaan van Zijn schepping!

De schepping van Eva
De schijnbare tegenstrijdigheden in de beide scheppingsverhalen van Genesis 1 en 2 zijn altijd al stof voor discussie geweest. In het scheppingsverhaal van Genesis 1 zouden Adam en Eva op één dag zijn geschapen, terwijl er in het scheppingsverhaal van Genesis 2 een behoorlijke periode lijkt te zitten tussen de schepping van Adam en Eva. Uit Genesis 2 blijkt dat Adam en Eva niet binnen de 12 uur van één dag geschapen zijn (Zie Joh.11:9: “Telt een dag niet twaalf uren?”)

Maar als Adam en Eva niet allebei op de zesde dag werden geschapen en Adam er al was op ‘de eerste dag’ uit Gen.1:5 wanneer is Eva dan geschapen?
Antwoord: op de zesde dag. Dit blijkt uit Genesis 2:2-3, waar staat:

‘Toen God op de zevende dag het werk voltooid had, dat Hij gemaakt had, rustte [letterlijk: stopte/staakte] Hij op de zevende dag van al het werk, dat Hij gemaakt had. En God zegende de zevende dag en heiligde die, omdat Hij daarop gerust [letterlijk: gestopt/gestaakt] heeft van al het werk, dat God scheppende tot stand had gebracht.’

God doet dus niet alleen in zes dagen verslag aan Adam, maar voltooid ook Zijn schepping, namelijk: ‘al het werk dat Hij scheppende tot stand had gebracht’’. En Hij doet dit door op de zesde dag Eva te maken.

Samenvatting

God heeft ‘in den beginne’ de hemelen en de aarde geschapen. Wanneer dit geweest is, vermeldt de Bijbel niet. Er staat ook niet bij hoe lang Hij daarover gedaan heeft, of Hij het in fases heeft gedaan, enz. God heeft in zes dagen Zijn scheppingswerken aan Adam medegedeeld. Genesis 1 vertelt ons dus niet dat de aarde in zes dagen geschapen is, maar dat God Zijn scheppingsverhaal in zes dagen aan Adam doorgaf.

Met deze lezing worden de vraagstukken die de klassieke lezing van Genesis 1 oproept, opgelost en verdwijnen deze problemen. En we kunnen het hoofdstuk letterlijk blijven lezen. Iets dat onder historici en vooral theologen steeds vaker wordt losgelaten. Ook geeft het ruimte voor antwoorden op vragen over de oudheid van de aarde die gevonden wordt in de natuur en wetenschap. Hoe oud de aarde is, wordt namelijk niet vermeld. We moeten het doen met het sobere verslag: ‘In den beginne schiep God de hemelen en de aarde.’

Genesis is een verzameling boeken opgetekend uit de eerste hand door ooggetuigen en daardoor ook historisch volledig betrouwbaar. Ook, en vooral, Genesis 1!

 

Download dit artikel als pdf