de gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester (1)

Gelijkenissen in de bijbel spreken over de verborgenheden van het Koninkrijk (Marc.4:11, Luk.8:10). Ze spreken van Gods handelen in de periode dat het Koninkrijk verborgen is. Gelijkenissen zijn niet de uitleg van geestelijke waarheden, maar die waarheden worden erin verborgen en ze hebben dan ook uitleg nodig. Vandaar dat de Here Jezus tot de menigte in gelijkenissen sprak en ze slechts uitlegde in besloten kring.

ethiek?
Soms zijn gelijkenissen tamelijk eenvoudig, soms lastiger. Een gelijkenis die vaak problemen geeft bij de uitleg is die van de onrechtvaardige rentmeester. Voor wie deze gelijkenis met een ethische bril leest, is dit een moeilijke. De gelijkenis gaat over een rentmeester (beheerder) die uit zijn functie wordt gezet door zijn heer, omdat hij zijn bezit verkwistte. De rentmeester begint vervolgens vrienden te maken met de schuldenaars van zijn baas door schulden kwijt te schelden. Hierop wordt hij geprezen door zijn heer: “En de heer prees de onrechtvaardige rentmeester” (Luk.16:8). Hoe kan iemand die onrechtvaardig is toch worden geprezen?

Lukas 16
1 En Hij zei ook tot zijn leerlingen: Een zeker mens was rijk, en hij had een beheerder. En deze werd bij hem verdacht gemaakt, dat hij zijn bezittingen verkwistte.
2 En hij ontbiedt hem, en hij zei tegen hem: Wat is dat, wat ik over jou hoor? Geef verantwoording over jouw beheer, want jij kan niet langer beheerder zijn.
3 En de beheerder zei bij zichzelf: Wat moet ik doen, want mijn heer neemt mij het beheer af. Ik ben niet sterk genoeg om te spitten, en ik schaam mij om een bedelaar te zijn.
4 Ik weet, wat ik doen zal, opdat zij mij, wanneer ik van de plaats van het beheer gezet word, in hun huizen zullen ontvangen.
5 En hij riep ieder van de schuldenaars van zijn heer bij zich. Hij zei tegen de eerste: Hoeveel ben jij mijn heer verschuldigd?
6 En hij zei tegen hem: Honderd vaten olie. En hij zei tegen hem: Hier heb je jouw document, en ga vlug zitten, en schrijf: vijftig.
7 Vervolgens zei hij tegen een ander: En hoeveel ben jij verschuldigd? En hij zei: Honderd zakken graan. En hij zegt tegen hem: Hier is jouw document, en schrijf: tachtig.
8 En de heer prijst de onrechtvaardige beheerder, dat hij op verstandige wijze doet, want de zonen van deze aeon zijn verstandiger dan de zonen van het licht, in hun eigen generatie.

Joodse volk
Wat Jezus in deze gelijkenis laat zien, is dat deze beheerder, die een beeld is van het Joodse volk, uit zijn positie zou worden gezet. Aan het Joodse volk werden de woorden van God toevertrouwd. Zij ontvingen de wet, Gods onderwijzing, met als doel dit als priesterlijk volk (Ex.19:6) te delen met de andere volken. Dat verzuimde het Joodse volk en men verkwistte Gods bezittingen, zoals de onrechtvaardige rentmeester deed (:1).

huishouding
Zeven keer vinden we in deze gelijkenis het woord beheer of beheerder. In het Grieks staat hier oikonomia of oikonomos. Hierin herkennen we ons woord economie. Het wordt vertaald met: beheer(der), bedeling of huishouding. Het zijn de regels die binnen een bepaald huis, of huishouding, gelden, een “huishouding” waarover een beheerder is aangesteld. Het Joodse volk was zo’n beheer gegeven. Hen waren de woorden van God toevertrouwd (Rom.3:2) en zij hadden de wet ontvangen met als doel die te beheren en te onderwijzen. De periode onder de wet (Gal.4:4) werd opgevolgd door een nieuwe huishouding, die van de genade:

Efeze 3
2 aangezien jullie zéker horen van het beheer [Grieks: oikonomia] van de genade van God, dat aan mij gegeven wordt voor jullie.

Paulus
Na de wet zou er een andere huishouding komen, waarvan Paulus de beheerder is. Daar valt veel over te zeggen, maar voor hier laat ik het erbij dat het aantoont dat de wet en het beheer daarvan plaats zou maken voor iets anders. De bevoorrechte positie zou van het Joodse volk worden afgenomen en redding werd naar de natiën gezonden (Hand.28:28). Uit de natiën verzamelt God zich een volk, de gemeente (Grieks: ecclesia = uitroepsel). Dat is in deze tijd Gods huis waar het woord van God wordt beheerd:

1 Timotheus 3
15 (…) het huis van God, dat is de gemeente van de levende God, steunpilaar en fundament van de waarheid.

verdwijnen
Al onder de wet werd aangekondigd dat dit oude verbond zou verdwijnen en er een nieuw verbond zou komen (Jer.31:31). Het zou verdwijnen en dat had men al ver van tevoren kunnen weten (Hebr.8:13). In hun houding naar de schuldenaars, als uitbeelding van de natiën, zou het Joodse volk er verstandig aan doen om zich niet te star op te stellen en zich zo vrienden te maken onder de natiën. Deze rentmeester doet dat dan ook en daarom wordt hij geprezen door zijn heer (:8).

verstrooid
Het motief van de rentmeester om zich soepel op te stellen naar de schuldenaars, is dat wanneer hij uit zijn beheer zou worden gezet, zij hem dan zullen ontvangen in hun huizen. In het Nederlands zie je dit niet, maar in het Grieks is dit woord huis (oikos) verwant aan het woord rentmeester/beheerder (oikonomos). De huishouding van de wet, zou worden opgevolgd door een nieuwe huishouding, die van de genade (Ef.3:2). De Jood die verstandig handelt, is diegene die vooruitzag naar wat komen zou. De wet zou plaats maken voor een andere huishouding en het Joodse volk zou terzijde worden gesteld en uit haar positie als beheerder worden gezet.

Overigens is dit niet alleen een geestelijke waarheid, maar is dit ook letterlijk zo gegaan. Het Joodse volk werd verstrooid onder de natiën en in “hun huizen” opgevangen. Vandaag de dag wonen er nog steeds meer Joden buiten het land Israël, dan er in het land wonen, met name in Noord-Amerika en West-Europa.

nog een betekenis
Ook Jezus, die werd geboren onder het oude verbond van de wet (Gal.4:4) verkondigde het nieuwe verbond. Hij predikte immers dat het Koninkrijk van de hemelen nabij was gekomen (Matth.4:17) en dat is uitdrukkelijk niet het oude verbond (Jer.31:31-33), maar het nieuwe en Hij leefde daaruit. Jezus onderhield de wet, maar paste die niet strikt toe. Bijvoorbeeld in de geschiedenis van de overspelige vrouw in Johannes 8 waar een vrouw die overspel gepleegd heeft bij Hem gebracht wordt. De wet schrijft voor om zo iemand te stenigen en dat ontkende Hij niet, maar Hij voegt daar aan toe dat degene die zonder zonde is de eerste steen dan maar moet werpen. Hij laat daarmee zien dat iedereen naar de wet gezien, de dood schuldig is. Jezus veroordeelde de vrouw dan ook niet. Jezus was gekomen om de wet te vervullen en greep vooruit op wat zou komen. Niet de bediening van de dood, maar het nieuwe verbond, de bediening van de geest (2 Kor.3:7-8).

Johannes 1
17 Want de wet werd door Mozes gegeven; de genade en de waarheid kwamen door Jezus Christus.

Na deze gelijkenis in Luk.16:1-8 volgen er een aantal verzen die vaak uit de context van de gelijkenis worden gehaald en zo een eigen uitlegging krijgen, zoals de woorden over de Mammon. Feitelijk zijn de volgende verzen een toelichting op de gelijkenis. Daarover meer in een volgende blog.