De komst van de Zoon van de mens is het thema waarover het laatste deel van Mattheüs 24 gaat en ook het eerste deel van Mattheüs 25. De dag en het uur van Zijn komst waren onbekend, maar hier is het dan zover. De Zoon van de mens komt in Zijn heerlijkheid, om Zijn Koninkrijk wereldwijd te vestigen. Hij zal zitten op de troon in Jeruzalem, want dat is de stad van de grote Koning (Matth.5:35) en de hoofdstad van het Messiaanse rijk. Vóór Hem zullen de volkeren verzameld worden (:32).
opgetrokken naar het land
Eerder hebben we gezien dat de Heer Zijn volk eerst buiten het land zal verzamelen, in de woestijn, in Bozra. Hij zal vanuit Bozra, als Koning aan het hoofd van Zijn volk, optrekken naar het land en het in bezit nemen (Micha 2:12-13). Wanneer dit precies zal plaatsvinden, heb ik in de Schrift (nog) niet kunnen ontdekken.
zesde schaal en zesde bazuin
Wel weten we dat de Heer aanwezig is in het land op het moment van de zesde schaal, die we in Openbaring beschreven vinden en die parallel loopt met de zesde bazuin. De volken komen bij de zesde schaal in opstand tegen JAHWEH en Zijn Gezalfde (Ps.2:2) en worden verzameld bij Harmagedon (Opb.16:16), in het dal van Megiddo, ook wel de vlakte van Jizreeël genoemd. Daar zullen deze legers van de natiën vernietigd worden, Hij zal ze verbrijzelen (Ps.2:9).
31 En wanneer de Zoon van de mens in Zijn heerlijkheid zal komen, en al de heilige boodschappers met Hem, dán zal Hij op de troon van zijn heerlijkheid gaan zitten.
alle heilige boodschappers met Hem
De Heer komt niet alleen, lezen we. Er staat dat Hij komt, en alle heilige boodschappers met Hem. Hier betreft het Zijn komst voor de volkeren (:32).
Eerder zagen we dat in Mattheüs 24:30 gesproken wordt over Zijn komst voor Israël. Aan het einde van de grote verdrukking (Matth.24:29) zullen Zijn voeten staan op de Olijfberg (Zach.14:4) en zal Hij verschijnen aan het Joodse volk. Ook hier verschijnt de Heer niet alleen. In Zacharia staat erbij dat Hij komt: en alle heiligen met Hem (Zach.14:5). Bij de beschrijving van Zijn verschijning aan Israël in Mattheüs 24, zagen we dat Hij komt op de wolken met grote macht en heerlijkheid (Matth.24:30).
met Hem geopenbaard in heerlijkheid
Deze toevoegingen in Zacharia 14:5, Mattheüs 24:30 en Mattheüs 25:31 lijken erg op elkaar en verwijzen allemaal naar hetzelfde: het gezelschap waarmee de Heer verschijnt.
Vóór de grote verdrukking wordt de ecclesia weggerukt en met de Heer verenigd. Paulus zegt hierover: en zó zullen wij altijd samen met de Heer zijn (1 Thess.4:17). Wanneer Hij dan later verschijnt, is dat Christus het Hoofd, met de ecclesia, Zijn lichaam. Zowel Mattheüs 24:30 als Mattheüs 25:31 spreken van Zijn verschijning in heerlijkheid en daar zullen wij bij zijn.
Kolossenzen 3
4 Wanneer Christus, die ons leven is, geopenbaard wordt, dan zullen ook jullie samen met Hem in heerlijkheid geopenbaard worden.
de 144.000?
Het woord boodschappers (Grieks: aggelos) komt vier keer voor in deze hoofdstukken. In Mattheüs 24:36 betreft het de boodschappers van de hemelen, dat zijn engelen. In Mattheüs 25:41 gaat het over de duivel en zijn boodschappers.
In Mattheüs 24:31, dat we eerder besproken hebben, zijn de boodschappers de 144.000, die het evangelie van het Koninkrijk verkondigen en de uitverkorenen (>Israël) verzamelen uit de vier windstreken.
In Mattheüs 25:31 wordt gezegd dat er heilige boodschappers zijn, die Christus zullen vergezellen als Hij verschijnt in heerlijkheid. Daarom denk ik dat het de ecclesia betreft (Rom.1:7; 1 Kor.1:2; 2 Thess.1:7,10). Maar als de heilige boodschappers hier toch de 144.000 betreffen, wordt de Heer vergezeld door zowel de ecclesia, die Zijn lichaam is, als door de 144.000.