samen bemoedigt door elkaars geloof

Paulus had de Romeinen aan wie hij de Romeinen brief schreef nog nooit gezien, maar des te meer van hen gehoord. Van hun geloof werd namelijk in de hele wereld gesproken (1:8). En dat zonder alle middelen die wij tegenwoordig tot onze beschikking hebben, onvoorstelbaar! Paulus dacht ononderbroken aan de Romeinen en hoopte dan ook dat God zou geven dat hij hen eens zou kunnen bezoeken, want hoewel hij dit zich vele malen had voorgenomen, werd hij tot dan toe verhinderd. Wáárom hij hen wilde zien, zegt hij ook:

Romeinen 1
11 Want ik verlang ernaar jullie te zien, om aan jullie een geestelijke genadegave mee te geven, zodat jullie standvastig gemaakt worden,
11 dat wil zeggen: onder jullie samen bemoedigd te worden door elkaars geloof, van jullie zowel als van mij.

Wanneer wij samenkomen rondom de boodschap van genade die Paulus brengt, worden wij met elkaar bemoedigd. Ik heb het niet over kerkgang, of over het wekelijks bezoeken van één of andere christelijke samenkomst. Nee, bij gelegenheid bij elkaar komen om Gods genade met elkaar te delen. Dat is namelijk wat standvastig maakt en zo worden wij samen bemoedigd door elkaars geloof. Geloof in Gods genadegaven, in wat Hij geeft en belooft. Dat bouwt op en maakt ons krachtig en standvastig!