10. wat is de hel? het meer van het vuur (2)

Twee van de vijf teksten waar het begrip het meer van het vuur voorkomt, hebben we besproken. Beiden handelen over geestelijke wezens die in het meer van het vuur worden geworpen. De volgende drie keren dat de term voorkomt, is in twee achtereenvolgende verzen bij het gericht van de grote witte troon.

Openbaring 20
12 En ik zag een grote witte troon, en Hem, die daarop zat, voor wiens aangezicht de aarde en de hemel vluchtten, en er werd geen plaats voor hen gevonden.

na de duizend jaar, vóór de nieuwe hemel en aarde
Degene die op de grote witte troon is gezeten, is de Zoon (Joh.5:22). Dit gericht vindt plaats ná de duizend jaar (Opb.20:7). Deze hemelen en aarde zullen voorbijgaan (2 Petr.3:10) en meteen na het grote witte troon gericht wordt er dan ook gesproken over een nieuwe hemel en aarde (Opb.20:1).

12 En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande vóór de troon…

opstanding uit de doden
In Openbaring 20:5-6 wordt gesproken over de eerste opstanding. De eerste opstanding is een soort opstanding, waarbij op verschillende momenten mensen uit de doden opstaan. Dat is, van tussen de doden uit, met achterlating van de overige doden. De overige doden werden niet levend, totdat de duizend jaren tot een einde gebracht worden (:5).

De overige doden, zijn dan ook de doden die nog niet waren opgewekt en hier opstaan om voor de grote witte troon te verschijnen.

12…. en er werden boeken geopend. En een andere boek werd geopend, het boek van het leven; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen  in de boek geschreven is, naar hun werken.

het boek van het leven
Bij dit gericht worden boeken geopend (vgl. Dan.7:10) en de opgestane doden worden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven is. Eén van de boeken die wordt geopend, is het boek van het leven. Want, zo lezen we in vers 15: wie niet werd bevonden, dat hij geschreven is in het boek van het leven, werd in het meer van het vuur geworpen.

13 En de zee gaf de doden, die in haar waren, en de dood en het dodenrijk gaven de doden, die in hen waren; en zij werden geoordeeld, een ieder naar hun werken.

de rest
De overige doden zijn hier opgestaan om voor de grote witte troon te verschijnen, dus allen die op dit moment nog in de dood zijn, komen hier te staan en worden geoordeeld naar hun werken. Er worden in dit gedeelte veel dingen ingelezen die er niet staan. Maar de omschrijving is erg sober en feitelijk. Degene die op de troon zit, oordeelt degenen die ervoor staan. We vinden geen weerwoord van degenen die voor de grote witte troon staan.

waarheid
Bij de grote witte troon wordt de waarheid openbaar. Het is een witte troon en wit staat voor reinheid. De waarheid komt aan het licht en niets blijft verborgen. Ook dat wat in het hart van de mens is, wordt openbaar (1 Kor.4:5).

14 En de dood en het dodenrijk werden in het meer van het vuur geworpen. Dit is de tweede dood: het meer van het vuur.

De dood en het dodenrijk worden in het meer van het vuur geworpen. Allen die dood waren, worden hier geoordeeld en degenen die niet in het boek van het leven geschreven zijn, zullen worden geworpen in het meer van het vuur.

de tweede dood
Wat het meer van het vuur is, wordt hier verklaard: dit is de tweede dood. Deze toevoeging zagen we niet bij de eerdere Schriftplaatsen die we bespraken (Opb.19:20; 20:10), omdat het daar geestelijke wezens betreft en zij sterven niet. Voor hen is het meer van het vuur dan ook geen tweede dood.

Voor de mensen die behoren tot de overige doden die bij de grote witte troon worden gericht, is het geworpen worden in het meer van het vuur, een voortzetting van de dood. Zij waren dood, worden voor de gelegenheid opgewekt, geoordeeld en daarna in het meer van het vuur geworpen en zij sterven daar een tweede dood.

15 En indien van iemand niet werd bevonden, dat hij geschreven is in het boek van het leven, werd hij in het meer van het vuur geworpen.

uitgeschreven
Als we andere Schriftplaatsen bekijken, die spreken over het boek van het leven, kunnen we concluderen dat allen in het boek van het leven zijn opgetekend, maar dat je uit het boek uitgewist kan worden (Ps.69:29; Opb.3:5). Degenen die uitgewist worden, worden in het meer van vuur geworpen, en sterven voor een tweede keer. Zij hebben geen deel gehad aan de aeon van de duizend jaar, maar zullen ook in het tijdperk van de nieuwe hemel en aarde, in de dood zijn en deze aeon niet meemaken.

Openbaring 21
8 Maar voor de lafhartigen, en ongelovigen, en gruwelijken, en moordenaars, en ontuchtige mannen, en tovenaars, en afgodendienaars, en al leugenachtigen: hun deel is in het meer, dat brandt van vuur en zwavel, dat is: de tweede dood.