De brieven van Paulus lopen over van genade. Wanneer we het leven van Paulus als apostel bezien, zouden we niet snel jaloers zijn. Het had hem heel wat gekost om die weg te gaan (2 Kor.11:23-33) en naar de mens gesproken niets opgeleverd.
Dan zal God hem nodig hebben gehad, zou je wellicht kunnen denken. Maar dat is een menselijke gedachte, gebaseerd op de hoogmoed van de mens. Het is zelfs de titel van een theologisch boek: ‘God heeft mensen nodig’. Maar God is soeverein en heeft geen mensen nodig. Wanneer Hij ons gebruikt, is dat genade. Ook Paulus wist dit:
Efeze 3
8 Aan mij, de allergeringste van alle heiligen, werd deze genade gegeven, om aan de natiën te evangeliseren: de onnaspeurlijke rijkdom van de Christus.
Degenen die uit die genade leven, weten dat alles wat ons overkomt, past in Zijn plan. Het werkt mee ten goede (Rom.8:28). Niets is voor niets. Wanneer wij op Hem vertrouwen, vult Hij ons leven en geeft het zin en inhoud. Dan kunnen we Hem in goede en slechte omstandigheden, in alles danken, want Hij is erbij en Hij zorgt dat niets voor niets is.
Filippenzen 1
29 Want aan jullie wordt genade gegeven, ten behoeve van Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook ten behoeve van Hem te lijden.