Met de gelijkenis van de wijze en dwaze maagden bevinden we ons, net als in het voorgaande, in de tijd ná Israëls grote verdrukking en vóór het aanbreken van de toekomende aeon. Het is de periode met oordelen over de volkeren, die ook de dag van toorn (Opb.6:17) wordt genoemd. De Heer is Koning van Israël, maar het Koninkrijk is nog niet wereldwijd gevestigd en de verborgenheid van God nog niet voleindigd (Opb.10:7).
Mattheüs 25
1 Dán zal het Koninkrijk van de hemelen vergeleken worden met tien maagden…
maagden
In de Tenach zijn er verschillende woorden die vertaald worden met maagd. Het Hebreeuwse bthuwlah (H1330), wordt vertaald met maagd, maar ook met meisje. Een ander woord, almah (H5959) wordt soms vertaald met maagd, maar vaker met (jong) meisje of jonkvrouw (jonge vrouw). Zo wordt een ongehuwde vrouw aangeduid (Gen.24:43). En ook vinden we nog het woord amah (H519), dat doorgaans wordt vertaald met dienstmaagd, dienstmeisje.
onderschikt
Een maagd is een onderschikte vrouw. Een vrouw die nog niet aan een man verbonden is en zich onderschikt aan haar Heer. Zij is dienstbaar. De term maagd wordt ook op mannen toegepast, bij de 144.000. Zij zijn geselecteerd door de Heer voor een taak en daaraan toegewijd.
Openbaring 14
3 (…) en niemand kon het lied leren dan alleen de honderdvierenveertigduizend, die gekocht zijn van de aarde.
4 Dezen zijn het, die niet met vrouwen werden bezoedeld, want zij zijn maagden (…)
In het voorgaande in Mattheüs 24:45-51 ging het over twee dienstknechten of slaven. Ook zij zijn dienstbaar aan de Heer. De ene slaaf verduurt tot het einde, maar de andere slaaf doet dat niet. De tien maagden in Mattheüs 25 hebben zich rein en onberispelijk bewaard voor hun Heer. Vijf verduren wel tot het einde, de andere vijf verduren niet tot het einde (Matth.24:13).
Israëlieten?
Zijn de tien maagden, net als de 144.000 mannelijke maagden, een uitbeelding van gelovigen uit Israël, van hen die zich bevinden onder de natiën? Zij bevinden zich onder de volkeren en zullen optrekken naar het land, omdat zij daartoe worden opgeroepen door de 144.000 (Matth.24:31). Een deel van Israël bevindt zich dan al bij haar Heer, in de woestijn van Bozra.
Drie keer vinden we in de evangeliën dat de Heer de twaalf discipelen zonen van het bruidsvertrek noemt (Matth.9:15; Marc.2:19; Luk.5:34), meestal vertaald met bruiloftskinderen. Blijkbaar zijn in dit verband zowel de zonen als de dochters (>maagden) een uitbeelding van Israël.
uit de natiën?
Of zijn de tien maagden een uitbeelding van gelovigen uit de natiën? In Mattheüs 22 vertelt de Heer de gelijkenis van de koninklijke bruiloft. In deze gelijkenis wordt verteld dat de bruiloft gereed is, maar de oorspronkelijk genodigden geen gehoor geven aan de uitnodiging (22:8). De bruiloft is, net als hier in Mattheüs 25, een uitbeelding van het Messiaanse rijk en de eerst genodigden zijn een type van het Joodse volk. Zij verwierpen de Messias.
anderen
De Koning zegt dan tot Zijn slaven dat zij moeten uitgaan om anderen tot de bruiloft te roepen, zoveel als zij vinden (22:10). De bruiloftszaal wordt vol met deze genodigden (22:11). Er zullen onder de aanwezigen velen geroepenen zijn, maar weinig uitverkorenen. Slechts weinigen van het uitverkoren volk Israël zullen uiteindelijk het Messiaanse rijk ingaan.
Eerder zagen we al in de geschiedenis van Jezus die de knecht van de hoofdman over honderd geneest, iets soortgelijks. Velen van het volk aan wie het Koninkrijk oorspronkelijk was beloofd, zullen niet ingaan. Maar vele anderen uit de natiën wel.
Mattheüs 8
11 En Ik zeg tegen jullie, dat er velen zullen arriveren van het oosten en van het westen, en zij zullen zich neerleggen met Abraham en Izak en Jakob in het koninkrijk van de hemelen,
12 maar de zonen van het koninkrijk zullen uitgeworpen worden in de buitenste duisternis; daar zal het huilen zijn en het knarsen van de tanden.
zonen van het Koninkrijk
De zonen van het Koninkrijk zijn de natuurlijke erfgenamen van de belofte. Aan Israël was het Koninkrijk beloofd, maar velen zullen geen deelhebben aan het Koninkrijk. Maar uit de natiën zullen er velen aankomen van alle windrichtingen en wél met Abraham, Izak en Jakob in het Koninkrijk aanliggen (vergelijk Lukas 13:28-29).
kiezen?
Voor de betekenis blijkt het moeilijk te kiezen waar de tien maagden een beeld van zijn. En wellicht hoeft dit ook helemaal niet. Het getal tien staat voor de woorden van God. Denk aan de tien woorden (>geboden) in Exodus 20 en de tien scheppingswoorden in Genesis 1. Tien keer sprak God. Hier vinden we tien maagden die gehoor geven aan het woord van God: het evangelie van het Koninkrijk, dat verkondigd zou worden tot een getuigenis voor alle natiën (Matth.24:14).