Paulus schrijft krachtige woorden in dit hoofdstuk. Hij moedigt zijn lezers aan meer overvloedig in hun wandel te zijn en God te behagen. Hij zegt hierover: “hoe jullie moeten (lett: het is bindend) wandelen. Voor wie besef heeft van God en van onze Heer en ook van geweldige roeping die wij hebben, is het logisch (bindend) dat wij in overeenstemming daarmee wandelen. Gods wil is onze heiliging!