In dit gedeelte spreekt Paulus over ‘de wegrukking’, ook wel ‘de opname van de gemeente’ genoemd, zoals hij dat bijvoorbeeld ook doet in 1 Korinthe 15. Hier is de aanleiding de onzekerheid van de Thessalonicenzen over degenen die ontslapen zijn. Hoe zit het met hen? Blijkbaar wisten ze dat degenen die levend overblijven tot de komst van de Heer op dat moment weggerukt zullen worden. Maar hoe zit het met de ontslapenen, ‘missen zij de boot’? Zeker niet! Zij zullen bij Zijn komst, net zoals Jezus ooit stierf en opstond, ook opstaan en vervolgens samen met de levend overgeblevenen Hem tegemoet gaan.