We hebben nu vier gelijkenissen besproken. Hierna volgt de gelijkenis van de schat in de akker, die aanvangt in vers 44. Maar eerst krijgen we nog een aanhangsel, dat volgt op de gelijkenis van het zuurdeeg.
34 Al deze dingen sprak Jezus in gelijkenissen tot de scharen, en zonder gelijkenis sprak Hij niet tot hen,
35 opdat het woord vervuld zou worden, dat door de profeet uitgesproken werd, toen hij zei: Ik zal mijn mond openen in gelijkenissen, Ik zal uitbrengen wat vanaf de nederwerping verborgen is.
alleen nog in gelijkenissen
Vanaf Mattheüs 13 spreekt de Heer alleen nog maar tot de menigte in gelijkenissen. Inmiddels moet duidelijk zijn, waarom Hij dit deed. Vanwege het ongeloof van het volk, verborg de Heer Zijn boodschap in verhalen. De geheimen van het Koninkrijk liggen in de gelijkenissen verborgen en de Heer maakt die slechts bekend aan gelovigen.
profetie
Dat de Heer sprak in gelijkenissen, was al voorzegd in de Hebreeuwse bijbel, ‘opdat het woord vervuld zou worden, dat door de profeet uitgesproken werd’. Het is een citaat of verwijzing naar Psalm 78, geschreven door Asaf.
Psalm 78
2 Ik zal mijn mond openen met een spreekwoord, ik zal raadsels van vroeger uitspreken.
Dit lijkt eerder een vrije aanhaling, dan een letterlijk citaat. Hoewel er altijd verschillen ontstaan in het overzetten naar andere talen. Maar we mogen de woorden van Jezus lezen als een nadere uitleg van de woorden in Psalm 78.
Eerder zagen we al dat de Heer zei dat Hij in gelijkenissen sprak, opdat de scharen ziende niet zien, en horende niet horen, noch begrijpen en dat hierin de profetie van Jesaja werd vervuld. Het handelen en spreken van de Jezus was precies zoals dat in de Tenach voorzegd was.