Wie bekend is met de brieven van Paulus, weet dat Paulus de apostel is die verborgenheden (geheimen) openbaart. Hiervan zegt hij dat de dingen die hij onthult, daarvoor niet eerder bekend zijn gemaakt (Ef.3:5). Toch vinden we al vroeg in de Schrift een uitspraak over verborgen dingen. Een tekst die misschien op het eerste gezicht wat mysterieus aandoet.
Deuteronomium 29
29 De verborgen dingen zijn voor JAHWEH, onze God, maar de geopenbaarde dingen zijn voor ons en onze kinderen (…)
Israël
Deze hoofdstukken zijn gericht tot Israël. Aan dat volk had God zijn woord toevertrouwd (Rom.3:2). Hier staat dan ook: de geopenbaarde dingen zijn voor ons en voor onze kinderen (lett: zonen). Het gaat hier om wat geopenbaard is aan Israël en de zonen van Israël. Maar al in het begin van de Hebreeuwse bijbel staat dat er verborgen dingen zijn en dat die voor JAHWEH zijn, want die maakt hij niet bekend aan het volk Israël, maar er wordt wel degelijk benoemd dat ze er zijn. Aan Israël worden ze echter niet onthuld, voor hen bleef het verborgen.
zegen en vloek
Dit vers is onderdeel van een reeks hoofdstukken (28-30) waarboven een opschrift staat: zegen en vloek. Dit zijn voorzeggingen van wat het volk Israël zou overkomen. Zegen wanneer het volk hun God zou dienen, vloek wanneer ze andere goden zou dienen. Wanneer we Deuteronomium 28 en 29 naast de bijbelse geschiedenis van het oude testament leggen, zien we dat dit nauwkeurig vervuld is. Deze woorden blijken profetieën te zijn, die zijn vervuld. Israël diende andere goden en is daarom door God uit het land gezet en verstrooid onder de natiën.
herstel
Na Deuteronomium 29 gelezen te hebben over de verwerping en verstrooiing van Israël in het verleden, zien we een hoofdstuk verder dat ook voorzegd wordt wat later zal gebeuren. In de eerste verzen van Deuteronomium 30 wordt het herstel van Israël beschreven. Het volk, zich in de verstrooiing begevend onder de natiën, zal terugkeren naar God en Hij zal wederkeren, het volk verzamelen en terugzetten in het land (vers 1-5).
verstrooid, hersteld en daartussen?
Achtereenvolgens vinden we in deze hoofdstukken beschreven de terzijde stelling en verstrooiing van Israël en de verzameling en het herstel van Israël. Daar tussenin vinden we dat ene vers met de uitspraak over de verborgen dingen. Het is hier precies zo voorzegd zoals het chronologisch zou gebeuren. Het wordt in dit gedeelte niet uitgelegd, maar wel vorm gegeven in een schitterende structuur!
Deuteronomium 29
24 dan zullen alle volken zeggen: Waarom heeft JAHWEH dit gedaan met dit land? Wat betekent deze grote ontbranding van Zijn toorn?
25 Dan zal men zeggen: Omdat zij het verbond van JAHWEH, de God van hun vaderen, dat Hij met hen gesloten had toen Hij hen uit het land Egypte leidde, verlaten hebben.
26 Zij zijn andere goden gaan dienen en hebben zich daarvoor neergebogen, goden die zij niet kenden en die Hij hun niet toebedeeld had.
27 Daarom is de toorn van JAHWEH ontbrand tegen dit land en brengt Hij daarover al deze vervloekingen die in dit boek beschreven zijn.
28 En JAHWEH heeft hen uit hun land weggerukt, in toorn, in grimmigheid en in grote verbolgenheid, en Hij heeft hen weggeworpen in een ander land, zoals het op deze dag is.
______________________________________________________________
29 De verborgen dingen zijn voor JAHWEH, onze God, maar de geopenbaarde dingen zijn voor ons en onze kinderen, tot aan de aeon, om al de woorden van deze wet te doen.
______________________________________________________________Deuteronomium 30
1 Het zal gebeuren, wanneer al deze dingen, de zegen en de vervloeking die ik u voorgehouden heb, over u komen, dat u het weer ter harte zult nemen onder alle volken waarheen JAHWEH, uw God, u verdreven heeft.
2 En u zult zich bekeren tot JAHWEH, uw God, en Zijn stem gehoorzaam zijn, u en uw kinderen, met heel uw hart en met heel uw ziel, overeenkomstig alles wat ik u heden gebied.
3 Dan zal JAHWEH, uw God, een omkeer brengen in uw gevangenschap en Zich over u ontfermen. Hij zal terugkeren en u weer bijeenbrengen uit al de volken waarheen JAHWEH, uw God, u verspreid had.
4 Al bevonden uw verdrevenen zich aan het einde van de hemel, toch zal JAHWEH, uw God, u vandaar bijeenbrengen en u vandaar weghalen.
5 En JAHWEH, uw God, zal u naar het land brengen dat uw vaderen in bezit hadden, en u zult het weer in bezit nemen; en Hij zal u goeddoen en u talrijker maken dan uw vaderen.
de ecclesia
Wanneer wij spreken over de verborgenheid, zoals Paulus die openbaart en onthult, zijn we geneigd te denken dat deze verborgenheden specifiek handelen over de ecclesia, het lichaam van Christus . En dat is waar, maar het is slechts één kant van de medaille. De andere kant is dat God een werk doet dat weliswaar aan ons geopenbaard wordt, maar verborgen is voor Israël en de wereld. Nu Paulus ze onthuld heeft, is de bedekking eraf en kunnen wij ze terug vinden, zelfs in de geschriften die gericht zijn aan Israël, aan wie God het niet heeft bekend gemaakt. Over Israël wordt in de volgende hoofstukken meerdere malen met nadruk gezegd dat God Zijn aangezicht zou verbergen (Deut.31:17-18; 32:20). De verborgenheid die Paulus openbaart, heeft dan ook alles met Israël te maken, en gaat over de periode waarin God Zijn aangezicht voor Israël verbergt.