vermaningen of aanmoedigingen?

In hoofdstuk 4 van de Filippenzen brief vinden we een schitterend gedeelte. Er zijn maar weinig passages die zo “praktisch” zijn voor een gelovige als deze.
In de Statenvertaling staat er boven het hoofdstuk een opschrift: vermaningen. Maar dit woord slaat de plank volledig. Volgens het woordenboek is een vermaning: een aansporing (tot beter gedrag), waarschuwing. En dat is een misplaatst opschrift, als we ons bewust worden waar het werkelijk over gaat.

aanmoedigingen
Het hoofdstuk is namelijk één grote aanmoediging of bemoediging. Het wijst ons niet op wat wij moeten, maar wijst ons op de feiten en wie wij zijn in Gods ogen. Paulus waarschuwt of vermaant ons niet dat wij vast moeten staan, ons geen zorgen mogen maken, inschikkelijk moeten zijn, blij moeten zijn, enz.
Hij wijst ons op de feiten en vanuit die bron moedigt hij ons aan daarom, en daarin, vast te staan, niet bezorgd te zijn, inschikkelijk te zijn, ons te verblijden, enz.

Een paar voorbeelden:

1 Zodat, mijn geliefde broeders, naar wie ik verlang, mijn vreugde en lauwerkrans, sta zo vast in de Heer, mijn geliefden!

Dit is geen vermaning dat wij vast moeten staan, of iets dergelijks. Het vers begint met: zodat. Het grijpt terug op het voorgaande. Het voorgaande betreft vanzelfsprekend de hele Filippenzen brief, maar met name de verzen die hier direct aan voorafgaan. Waarom en waarop staan wij vast?

Filippenzen 3
20 Want ons burgerschap is in de hemelen, van waaruit wij ook de Redder verwachten, de Heer Jezus Christus,
21 Die ons vernederd lichaam veranderen zal, gelijkvormig aan Zijn verheerlijkt lichaam, overeenkomstig de inwerking waardoor Hij ook alle dingen aan Zichzelf kan onderschikken.

onze Eigenaar
Daarom, omdat ons burgerschap in de hemelen is, daarom kunnen wij vaststaan in de Heer (vergelijk: 1:27). De titel Heer geeft aan dat Hij onze Eigenaar is. En niet alleen de onze, maar Hij is Heer van allen (Rom.10:12)! En als we dat weten en daar ons vertrouwen op stellen, dan staan we vast als een rots.

4 Verblijdt u in de Heer te allen tijde! Wederom zal ik zeggen: Verblijdt u!

verblijden
Geen vermaning om blij te moeten zijn of iets dergelijks, maar een aanmoediging om ons te verblijden in Hem. Wij verblijden ons in onze Redder, omdat we weten dat Hij Heer is, van Wie wij het eigendom zijn en omdat we weten dat Hij zal terugkomen en ons vernederd lichaam veranderen zal.
Wij kennen Hem en de kracht van Zijn opstanding (3:10) en wij weten dat in de naam Jezus (=JAHWEH redt) elke knie zal buigen en elke tong zal belijden dat Hij Heer is (2:10-11). Daarin verheugen we ons!

5 Laat jullie inschikkelijkheid bekend zijn aan alle mensen. De Heer is nabij!

welwillend
Ook hier vinden we weer het noemen van de Heer. Hij is nabij, dus hoeven we niet op onze strepen te staan, te vergelden, ons recht te halen, enz. Wat we nodig hebben, krijgen we van Hem, Hij zorgt voor ons. Dan kunnen we ons schikken in de omstandigheden en welwillend zijn.

6 Wees in niets bezorgd, maar laat in alles jullie verzoeken, door gebed en smeekbede, met dankzegging bekendgemaakt worden bij God.
7 En de vrede van de God, die elk denken te boven gaat, zal jullie harten en jullie gedachten verzekerd bewaren in Christus Jezus.

geen zorgen
We hoeven niet bezorgd te zijn. Hij is God en kent ons en geeft ons alles wat we nodig hebben. Hij is dé God. Dat betekent dat Hij de Onderschikker en de Plaatser is, van alles. We kunnen weliswaar alles wat wij wensen bekend maken bij God, maar dat doen we met dankzegging of we nu krijgen wat wij willen of niet. We vertrouwen er namelijk op dat Hij God is en dat Hij weet wat goed voor ons is. Dat is niet altijd wat wij denken dat goed voor ons is. Als we dat beseffen worden ons hart en ons verstand (gedachten) bewaard in Christus Jezus. Dan ervaren wij vrede en die vrede gaat alle verstand, al ons denken en al onze zorgen te boven.

Paulus vat dit alles samen in één zin, één geweldig vers in dit hoofdstuk. Letterlijk staat daar:

19 Maar de God van mij zal elke behoefte van jullie vervullen, in overeenstemming met Zijn rijkdom, in heerlijkheid, in Christus Jezus.

Dit te mogen beseffen geeft blijdschap, doet ons vast staan, laat ons onbezorgd leven, enz. Daar hebben we toch geen “vermaning” voor nodig?