1 Korinthe 7 is een lang hoofdstuk waarin Paulus ingaat op allerlei vragen van de Korinthiërs, die zij hadden over het huwelijk(sleven), relaties, echtscheiding, hertrouwen, enz. Waar het gelovigen betreft, zou scheiding geen optie zijn (7:10), want een huwelijk is een verbintenis voor het leven (7:10,11,39). En als er toch een scheiding plaatsvindt, dan zou de deur open blijven voor verzoening en zouden de beiden ongehuwd blijven (7:11).
Als het gaat om het zoeken of kiezen van een partner, is Paulus duidelijk. Daarin zouden we geen huwelijk aangaan met een ongelovige. Wanneer men trouwt, dan natuurlijk “in de Heer” (7:39).
2 Korinthe 6
14 Vorm geen ongelijk span met ongelovigen. Want wat voor partnerschap hebben rechtvaardigheid en wetteloosheid, of welke gemeenschap heeft het licht met de duisternis?
15 (…) of welk deel heeft een gelovige met een ongelovige?
ongelijk span
Het woord voor ongelijk span is in het Grieks één woord, dat is opgebouwd uit de woorddelen: verschillend + juk. Het beeld dat wordt gebruikt is dat van twee verschillende trekdieren die voor een kar worden gezet, zoals een paard en een os. Die dieren zijn zo verschillend dat dit niet goed gaat. Zo is het ook met partnerschap tussen een gelovige en ongelovige. Dit geldt niet alleen voor het huwelijk, maar ook voor andere verbintenissen, zoals partners zijn in een onderneming. De gelovige zou daar niet voor kiezen en zou het de ongelovige ook niet moeten aandoen. Beiden staan totaal anders in het leven en worden door andere belangen en beweegredenen gedreven, zoals Paulus in dit gedeelte ook aangeeft. Ze staan als het ware tegenover elkaar.
gedane zaken
Maar wat als een gelovige toch getrouwd is met een ongelovige? Liefde maakt blind, dus men kan toch zo’n ongelijk span zijn aangegaan. Of beiden huwelijkspartners waren geen gelovigen, maar tijdens het huwelijk wordt één van de twee dat wel. Wat dan, gedane zaken nemen immers geen keer, of toch wel? Ook daar schept Paulus helderheid in.
1 Korinthe 7
12 Maar tot de overigen zeg ik, niet de Heer: Indien een broeder een ongelovige vrouw heeft, en zij keurt goed om met hem te huizen, laat hem haar niet verlaten.
13 En indien een vrouw, een ongelovige man heeft, en hij keurt goed om met haar te huizen, laat haar de man niet verlaten.
Nogmaals: het gaat hier niet om het kiezen van een huwelijkspartner, maar om een broeder of zuster die een ongelovige partner heeft. Dat zou een reden voor scheiding kunnen zijn, want dan vormt men een ongelijk span. Toch is het voor de gelovige geen reden om de partner te verlaten, Paulus legt het initiatief hiervoor bij de ongelovige. Als hij of zij instemt het huwelijk in stand te houden, dan kan de gelovige zich daar in schikken. Maar waarom dan, wat zit daar achter?
1 Korinthe 7
14 Want de ongelovige man is geheiligd in zijn vrouw, en de ongelovige vrouw is geheiligd in de broeder. Anders dus, zijn jullie kinderen onrein, maar nu zijn zij heilig.
geheiligd
De ongelovige is geheiligd in de gelovige. Het is niet dat de gelovige wordt ontheiligd door de ongelovige, het is precies andersom! Doordat er één gelovige is in het huis, is heel het huis heilig! God zegent de gelovige en heel het huis deelt daarin, ook de kinderen. Deze heilige positie heeft betrekking op de actuele situatie: …maar nu zijn zij heilig.
alle mensen
Een gelovige is iemand die vertrouwt op God. God is de Redder van alle mensen (1 Tim.4:10) en Gods genade is verschenen aan alle mensen (Tit.2:11). En ook al willen jouw huisgenoten daar niets van weten, God heeft hen lief en zal hen op Zijn tijd daarvan overtuigen (Fil.2:10-11). En waar iemand in huis is die dat gelooft, hebben de anderen een bevoorrechte positie in de gelovige. Daar klinkt immers zijn woord. Zelfs voor een huisgenoot in de meest lage positie, zoals een slaaf, zegt Paulus dan ook dat waar zij zich schikken en vertrouwen op Gods woord, zij de onderwijzing van God, onze Redder, in alles sieren (Tit.2:10).
Jozef
Let op dat er staat: de ongelovige is geheiligd in de gelovige, niet de ongelovige wordt (of: moet worden) geheiligd door de gelovige. De gelovige zou niet aan het werk gaan om haar partner of kinderen “te bekeren”, of iets dergelijks. Of dat ze probeert hen mee te krijgen naar de kerk, mee te bidden, of andere godsdienstige activiteiten. Dat is slechts religieus. Nee, geloof vertrouwt op Hem, die beloofd heeft dat Hij het zal doen! Op Zijn tijd en op Zijn wijze. Vertrouw op God en dank Hem daarvoor. Hij zal jou gebruiken en jouw huis zegenen vanwege jou. Het mooiste voorbeeld uit de Schrift hiervan is misschien wel Jozef.
Genesis 39
2 En JAHWEH is met Jozef, en hij wordt een voorspoedig man; en hij is in het huis van zijn heer, de Egyptenaar.
3 En zijn heer ziet, dat JAHWEH met hem is, en dat JAHWEH alles wat hij deed, in zijn hand voorspoedig maakte.
4 En Jozef vindt genade in zijn ogen, en hij verricht dienst aan hem. En hij stelt hem over zijn huis, en alles wat hij had, gaf hij in zijn hand.
5 En het is van het ogenblik af, dat hij hem stelt over zijn huis en over al wat hij bezat, dat JAHWEH het huis van de Egyptenaar zegent, om Jozefs wil. De zegen van JAHWEH is op alles wat hij had, in het huis en op het veld.
heel het huis gezegend
Jozef is hier als slaaf in het huis van Potifar en God zegent Jozef en via Jozef heel het huis van de Egyptenaar. Toen er tegenslag kwam en Jozef naar de gevangenis ging, veranderde dit niet voor Jozef. Hij bleef vertrouwen op de beloften van Zijn God en ook daar in de gevangenis, werd hij gezegend:
Genesis 39
21 En JAHWEH is met Jozef en Hij strekt goedheid tot hem uit en Hij geeft hem genade in de ogen van de overste van het huis van de gevangenis.
22 En de overste van het huis van de gevangenis geeft al de gevangenen die in het huis van de gevangenis waren, in de hand van Jozef, en hij deed alles wat daar te doen was.
23 En de overste van het huis van de gevangenis keek niet om naar iets dat in zijn hand was, omdat JAHWEH met hem was; en JAHWEH maakte voorspoedig alles wat hij deed.