Mattheüs 24:7 oorlogen, hongersnoden en pestilentiën

In vers 6 zegt Jezus dat de dingen die daar beschreven worden, moeten gebeuren, maar dat dit nog niet het einde betreft. Hij refereert hier aan de vraag van de discipelen uit vers 3: wat is het teken van de voleinding van de aeon? De grote verdrukking over Israël betreft nog niet het einde van de aeon, want dan pas is de grote dag van Zijn toorn gekomen, waarbij er oordelen over de andere volken komen (Opb.6:17). In dit schema vindt u een schematische weergave van de gebeurtenissen en worden de grote verdrukking en de dag van toorn in perspectief geplaatst met de andere gebeurtenissen in de periode aan het einde van de aeon en daarna.

7 Want natie zal opgewekt worden tegen natie, en koninkrijk tegen koninkrijk, en er zullen nu hier, dan daar, hongersnoden en aardbevingen zijn.

Mattheüs 24:1-14 is een algemene beschrijving tot aan de voleinding van de aeon. Binnen deze periode valt de tijd van de grote verdrukking, die 1260 dagen duurt (Opb.11:3; 12:6). Deze grote verdrukking is een verdrukking voor Israël.
Maar in dit vers wordt gesproken over oorlogen (meervoud) en dat natie opgewekt wordt tegen natie en koninkrijk tegen koninkrijk. Dit spreekt dan ook over de hele periode tot aan het einde van de aeon.

passief
Bijzonder om te vermelden, is dat zal opgewekt worden, hier in een passieve vorm staat. De natiën en koninkrijken zullen ongetwijfeld het idee hebben dat zij zelf degenen zijn die opstaan tegen andere natiën en koninkrijken, maar het is God die de regie heeft. Zoals we dat ook vinden in Zach.12:2-3; 14:2; Micha 4:11-12). De hongersnoden die hier genoemd worden, vinden we bij het derde zegel.

Openbaring 6
5 En wanneer Hij het derde zegel opent, hoor ik het derde dier zeggen: Kom! En ik zag, en zie: een zwart paard, en die erop zit, heeft een weegschaal in zijn hand.
6 En ik hoor, als een stem (…): Een dagmaat graan voor een denarius, en drie dagmaten gerst voor een denarius (…)

schaarste en inflatie
Een denarius betreft een dagloon (Matth.20:2), dus hier is sprake van enorm hoge prijzen. Er is schaarste op het gebied van voedsel. Het handschrift van de Textus Receptus heeft een iets andere lezing, hieronder weergeven met wat tussen vierkante haken staat

7 Want natie zal opgewekt worden tegen natie, en koninkrijk tegen koninkrijk, en er zullen nu hier, dan daar, hongersnoden [en pestilentiën]en aardbevingen zijn.

Ook deze pestilentiën komen we tegen in Openbaring 6, bij het vierde zegel.

Openbaring 6
7 En wanneer Hij het vierde zegel opent, hoor ik de stem van het vierde dier zeggen: Kom!
8 En ik zag, en zie: een groen paard, en die daarop zit, zijn naam is “de dood”, en het dodenrijk volgde hem. En aan hen werd autoriteit gegeven over het vierde deel van het land, om te doden: met de sabel, en met honger, en met de doodspest (>pestilentiën) , en door de wilde dieren van de aarde.

genadetijd
Wij leven in een tijd die de huishouding van de genade van God wordt genoemd (Ef.3:2) en waarin genade “het heersende begrip” is. Soms is het voor ons moeilijk voor te stellen dat God hardhandig gaat ingrijpen in de gang van zaken op aarde. En als we over deze dingen spreken of schrijven, kan het moeilijk zijn om de juiste toon aan te slaan en de juiste accenten te leggen. We zouden niets afdoen van de oordelen en gerichten van God. Maar we mogen die altijd in het juiste perspectief zien van zijn alles en allen omvattende liefde. Het volgende vers werpt daar licht op en geeft ons inzicht vanuit Gods oogpunt met betrekking tot deze oordelen. Daarover meer in de volgende blog.