Mattheüs 24:8-14 het evangelie van het Koninkrijk

De verzen van Mattheüs 24 die we nu bespreken, kunnen we zo naast Openbaring 6 leggen, de gedeelten lopen evenwijdig aan elkaar. Beiden gaan over rampen die het volk Israël zullen treffen in de grote verdrukking. We vinden dezelfde dingen, maar op een andere manier beschreven.
Als we lezen over Gods oordelen moeten we altijd in gedachten houden dat dit een middel is voor God en geen doel. Hij gebruikt oordelen en gerichten om Zijn doel te bereiken.

8 Maar al deze dingen zijn het begin van de barensweeën.

nieuw leven
Deze gebeurtenissen worden vergeleken met barensweeën. Het betreft hier immers rampen die het einde van de aeon kenmerken en de geboorte van een hele nieuwe aeon inluiden. Deze verschrikkingen worden vergeleken met de weeën die nodig zijn om verlossing tot stand te brengen en nieuw leven te openbaren.
De grote verdrukking over Israël is een begin van deze weeën, want daarna begint de dag van wraak (=rechtverschaffing) waarin alle volkeren onderworpen zullen worden (Jes.61:1-2; Jer.46:10).

9 Dan zullen zij jullie overleveren aan verdrukking, en zij zullen jullie doden, en jullie zullen door al de natiën gehaat worden vanwege mijn naam.

Deze verdrukking wordt in het volgende gedeelte, dat specifiek de tijd van de verdrukking voor Israël beschrijft, de grote verdrukking genoemd (Matth.24:21).  In deze verdrukking zullen velen omkomen vanwege het getuigenis en hun geloof in het woord van God. Dit vinden we beschreven bij het vijfde zegel.

Openbaring 6
9 En wanneer Hij het vijfde zegel opent, zag ik onder het altaar de zielen van hen, die afgeslacht zijn om het woord van God, en om het getuigenis dat zij hadden.
10 En zij roepen met luide stem, en zij zeggen: Tot wanneer, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt u niet en verschaft u geen recht aan ons bloed, aan hen die op de aarde wonen?
11 En aan een ieder van hen werd een wit gewaad gegeven, en het werd tot hen uitgesproken, dat zij nog een korte tijd zouden rusten, totdat ook het getal van hun medeslaven en hun broeders compleet gemaakt zal worden, die gedood zullen worden, zoals ook zij.

elkaar overleveren en haten

De tijd van het einde van deze aeon en de grote verdrukking zal een tijd zijn van misleiding, onzekerheid en liefdeloosheid. Zelfs zo erg dat zij elkaar zullen overleveren en haten. Blijkbaar gaat het hier om volksgenoten die elkaar overleveren, of zelfs over nog nauwere betrekkingen, zoals familie.

10 En dan zullen velen verstrikt worden, en zij zullen elkaar overleveren, en zij zullen elkaar haten.
11 En vele valse profeten zullen opgewekt worden, en zij zullen velen doen dwalen.
12 En omdat de wetteloosheid vermeerderd zal worden, zal de liefde van velen afgekoeld worden.

de valse profeet en mens van de wetteloosheid
Opmerkelijk is dat in deze verzen in de context van de eindtijd gesproken wordt over valse profeten (>pseudo profeten) en dat de wetteloosheid vermeerderd zal worden. Eerder werd er al gesproken over hen die zich valselijk voor Christus uitgeven (:5).

Twee figuren die een hoofdrol zullen spelen in de eindtijd, zijn het beest uit de zee (Opb.13:1) en het beest uit het land (Opb.13:11). Elders worden zij genoemd: de valse profeet (Opb.19:20) en de mens van de wetteloosheid (2 Thess.2:3,8).

Deze twee “beesten” zullen tijdens de grote verdrukking het volk Israël meeslepen in afgoderij (Opb.13:4,8,12,14,15; 2 Thess.2:4; Dan.11:36). Dit zal een verschrikkelijke tijd zijn voor het volk en met name ook voor dat deel dat trouw is aan de Torah (>de wet), want de wetteloosheid zal vermeerderd worden. En daar waar men afstand neemt van het woord, wordt de liefde afgekoeld.

13 Maar wie verduurt tot het einde, die zal gered worden.

verduren
De meeste vertalingen hebben hier: wie volhard tot het einde, maar het woord dat hier gebruikt wordt, heeft met ondergaan of verduren te maken en heeft een passievere betekenis. Deze verschrikkingen ondergaan kan men niet in eigen kracht, maar God geeft degenen die op Hem vertrouwen, kracht om te kunnen doorstaan (1 Kor.10:13).

einde van de aeon
Het einde betreft ook hier: het einde van de aeon (:3) en gered worden houdt in dat men in leven blijft tot het einde van de aeon en de toekomende aeon binnengaat. Elders wordt dit aeonisch (>eeuwig) leven  genoemd (Matth.25:46; Marc.10:30; Luk.18:30). Ongelovigen, zij die niet verduren, zullen geen deel hebben aan de toekomende aeon(en) (Matth.25:46; Joh.3:36).

14 En dit evangelie van het koninkrijk zal in de gehele bewoonde wereld geproclameerd worden, tot getuigenis voor al de natiën, en dan zal het einde komen.

dit evangelie
Dit evangelie, is het goede bericht uit het voorgaande vers, dat wie verduren zal tot het einde, gered zal worden. De toekomende aeon is het tijdperk waarin Satan is gebonden voor duizend jaar (Opb.20:2-30) en waarin het Koninkrijk over de hele wereld is gevestigd en de volkeren niet meer verleid zullen worden. Dit evangelie zal in de hele wereld worden verkondigd. Hoe en door wie? Dat zullen we zien in een volgende blog.