oordeel en gericht (4): oordeel, totdat…

Omdat oordeel en gericht een doel heeft bij God, is er altijd een totdat. Het idee van een eindeloze straf is dan ook volkomen vreemd aan de Schrift. Ook in onze rechtsgang kennen wij slechts tijdelijke straffen. Een straf is ten hoogste levenslang en is daarna ten einde. Dat geldt ook voor de doodstraf. Bij het voltrekken van het vonnis, is de straf beëindigd. Een straf die altijddurend zou zijn, is buiten proportioneel. En een eindeloze straf dient geen enkel doel, dan hooguit de bevrediging van het sadisme van de straffer. Denken we echt zo over God? Zoals het spreekwoord zegt: kwaad worden is menselijk, kwaad blijven is duivels. Of zoals de Schrift zelf zegt:

Efeze 4
26 Zijn jullie boos, zondig dan niet; laat de zon niet ondertussen ondergaan over jullie boosheid.

Wij zouden niet boos blijven, houdt Gods woord ons voor. Zou God zelf dan wel voor altijd toornen?

totdat
Er zijn dan ook heel wat plaatsen in de bijbel waar over oordeel, de toorn van God, enz. gesproken wordt en waar hierbij duidelijk aangegeven wordt, dat het is, totdat… Een aantal voorbeelden:

Jesaja 26
20 Ga, Mijn volk, treed uw kamers binnen, sluit uw deuren achter u.
Verberg u voor een klein ogenblik, totdat de gramschap over is.

Jeremia 23
20 De toorn van YAHWEH zal zich niet afwenden, totdat Hij gedaan en tot Hij tot stand gebracht heeft de gedachten van Zijn hart.
In de dagen hierna zullen jullie dat met verstand begrijpen.

Daniël 4
32 Men zal u (=Nebukadnezar) uit de mensenwereld verstoten en u zult uw verblijf hebben bij de dieren van het veld. Men zal u gras te eten geven zoals aan de runderen, en er zullen zeven tijden over u voorbijgaan, totdat u erkent dat de Allerhoogste Heerser is over het koningschap van de mensen en dat geeft aan wie Hij wil.

eeuw-ig oordeel
Toen ik deze serie blogs over dit onderwerp begon, gaf ik aan dat er in de Schrift niet zoiets bestaat als een eeuwig oordeel, in de zin van hoe dit meestal opgevat wordt, namelijk als een altijddurend oordeel. Een verhelderend gedeelte in dit verband is Jesaja 32 waar gesproken wordt over het land van mijn volk dat verlaten en verwoest zou worden. Hieronder het gedeelte in de Herziene Statenvertaling:

Jesaja 32
13 Op het land van mijn volk zullen dorens en distels opkomen, ja, op alle vreugdehuizen in de uitgelaten stad.
14 Want het paleis zal verlaten zijn, het stadsrumoer zal ophouden;  Ofel en wachttoren zullen tot in eeuwigheid (lett: tot aan de aeon) als grotten zijn,
een vreugde voor wilde ezels, een weide voor kudden.
15 Totdat over ons uitgegoten wordt de Geest uit de hoogte.
(…)
16 Het recht (mishpat) zal wonen in de woestijn en de gerechtigheid zal verblijven op het vruchtbare veld.

In vers 14 en 15 staat in deze vertaling  (maar iets soortgelijks zeggen bijvoorbeeld ook de Statenvertaling en NBG), dat deze situatie zou duren tot in eeuwigheid, totdat…. Hoezo “totdat”, als  eeuwigheid een eindeloze periode zou zijn? Letterlijk staat er dan ook in vers 14: tot aan de aeon (Hebreeuws: olam). Het land van Zijn volk zou in deze aeon dorens en distels voortbrengen en de troon van David zou leeg zijn. Tot aan de (toekomende) aeon waarin de Messias Zijn Koninkrijk zal gaan vestigen en Zijn geest zal gaan uitstorten op alle vlees (vgl. Joël 2:28).

Een eeuw-ige straf of oordeel is dan ook een straf voor de duur van een tijd(perk). Het duurt zolang de aeon/eeuw (Hebreeuws: olam, Grieks: aion) duurt.