de schepping is vergankelijk vanaf het begin

De schepping is door God onderschikt aan de ijdelheid en de vergankelijkheid (Rom.8:20-21). Er staat niet: de schepping vanaf Adam. En ook niet: vanaf een veronderstelde val van Satan. Nee, God heeft de schepping zo ontworpen en deze wereld is vergankelijk by design.

Genesis 1
En de aarde is woest en leeg, en duisternis is over de oppervlakte van de waterdiepte. En geest van God beweegt over de oppervlakte van de wateren.

ingericht en geordend
Dit blijkt al in Genesis 1. God heeft deze schepping woest en leeg geschapen en bij aanvang was er slechts duisternis en waterdiepte (Gen.1:2). In dit vormeloos begin, is God orde gaan aanbrengen door licht te maken, en zo scheiding te maken tussen licht en duisternis (Gen.1:3-4). Ook maakte Hij een uitspansel, noemde dit uitspansel hemel en bracht hiermee scheiding aan tussen de wateren, zodat de wateren niet meer een aaneengesloten massa vormden, maar er lucht ontstond. Tevens scheidde God de wateren en het land, door de wateren in één plaats te laten samenvloeien, zodat het droge zichtbaar werd (Gen.1:9).

Adam en Eva
In het christendom wordt over het algemeen geleerd dat Adam en Eva in een volmaakte wereld waren geplaatst. Maar bij een nauwkeurige lezing van Genesis, zien we heel wat aanwijzingen dat dit niet het geval was. God heeft de schepping vanaf haar oorsprong aan de vergankelijkheid onderschikt en Adam en Eva werden gezet in een wereld die onderworpen was aan de ijdelheid.

onderwerpen
Genesis 1:28 zegt dat Adam en Eva de aarde moesten onderwerpen. Het woord dat hier staat, wordt op andere plaatsen gebruikt voor het onderwerpen van vijanden (2 Sam.8:11; 1 Kron.22:18), slaven onderwerpen (Neh.5:5; Jer.34:11), het beloofde land tot onderschikking te brengen (Num.32:22,29), enz.
Het taalgebruik in Gen.1:28 wijst op strijd. Er moet gearbeid worden om de hof onder controle te houden. Zoals ook wij dit kennen met een tuin. Als je er niets aan doet, is het na verloop van tijd onherkenbaar en overwoekerd.

bedienen en bewaken
Even verderop in Genesis staat dat God de mens in de hof van Eden had geplaatst om haar te bedienen en te bewaken (2:15). Het woord dat hier vertaald is met bedienen, spreekt elders van het dienen in slavernij (Ex.1:13) en eerder in Genesis over het bewerken van de aardbodem. Later wordt van Kaïn gezegd dat hij landbouwer was, letterlijk: dienaar van de grond ((Gen.4:2).
Aan het einde van Genesis 3, worden Adam en Eva, na hun zonde, uit de hof van Eden verdreven. Er worden bij de hof cherubim geplaatst om de boom van het leven te bewaken (3:24), hetzelfde woord als in Gen.2:15.

de slang
Als de wereld waarin Adam en Eva volmaakt was, hoe kon de slang er dan zijn (Gen.3:1)? In een volmaakte wereld is er geen plaats voor een slang die een verleider blijkt te zijn en de mens aanspoort tot zonde: ongehoorzaamheid aan God.

stervende sterven
God vertelt Adam dat als hij van de boom van kennis van goed en kwaad zou eten, hij stervende zou sterven (2:17). Als Adam niet had geweten wat sterven is, zou dit een loze waarschuwing en leeg verbod zijn. Dan had Adam zich ook geen voorstelling kunnen maken van de consequenties van de overtreding van het gebod. Adam moest dan ook geweten hebben wat de dood is en wat sterven is. Het meest waarschijnlijk is dat hij dit kende uit de planten- en dierenwereld.

uit het stof genomen
Adam was gemaakt uit het stof van de aarde en zou daartoe terugkeren (3:19). Adam was gemaakt uit een grondstof, die kwam uit een schepping, die aan de ijdelheid en de vergankelijkheid onderworpen was.

voorbijgaand
Deze wereld is tijdelijk en is zo door God ontworpen. God heeft Adam en Eva niet geplaatst op een wereld die perfect was, totdat zij zondigden. En ook is het voor die tijd niet misgegaan door een val van Satan. Hij is een tegenstander vanaf (het) begin (Joh.8:44). God heeft de tegenstander (Gen.3:1) en het kwaad (Jes.45:7) gemaakt als onderdeel van Zijn plan. God is de Schepper van alles, met alles heeft Hij een voornemen en bedoeling (Jes.45:5-7). Hij werkt alles naar de raad van Zijn wil (Ef.1:11).

Spreuken 16
4 JAHWEH heeft alles gemaakt voor zijn doel, ja, zelfs de goddeloze voor de dag van het kwaad.