De geschiedenis in Johannes 4 van de Samaritaanse vrouw, is een bijzondere. Jezus had immers gezegd dat Hij slechts was gezonden tot de verloren schapen van het huis van Israël (Matth.15:24). En toen Hij Zijn discipelen uitzond, gaf Hij hen opdracht om geen stad van de Samaritanen binnen te gaan (Matth.10:5).
Toch staat er in Joh.4:3-4 dat de Heer Judea verlaat en door Samaria moest gaan. De Heer verblijft hier twee dagen, er wordt niet gesproken over tekenen die Hij hier heeft gedaan, maar toch geloven velen in Hem als de Redder van de wereld! Het verblijf van Jezus in Samaria is in hoge mate typologisch en spreekt van de tussentijd waarin het Joodse volk terzijde staat en Christus zich bevindt onder de natiën.