Hoewel 1 Thessalonicenzen 4 en 1 Korinthe 15 de bekendste Schriftplaatsen zijn die spreken over de wegrukking, is niet alles wat er in deze gedeelten staat even bekend. Reden te meer om beide passages te bespreken en ook als eerste, omdat veel van wat we in deze gedeelten lezen op andere plaatsen terugkomt.
1 Korinthe 15
50 Maar dit zeg ik met nadruk, broeders: vlees en bloed kunnen het koninkrijk van God niet als lotbezit ontvangen en ook niet ontvangt de vergankelijkheid de onvergankelijkheid als lotbezit.
opstanding van doden
1 Korinthe 15 is een lang hoofdstuk en hier zijn we al in vers 50. Het hoofdstuk spreekt uitgebreid over de opstanding van doden. Ook in vers 50 gaat het over opstanding. Vlees en bloed (onze aardse lichamen) kunnen het koninkrijk van God niet als lotbezit ontvangen.
lotbezit
Een lotbezit of lotsdeel is dat wat iemand wordt toebedeeld en wat hij als bezit ontvangt. Dat kan een erfenis zijn en zo wordt het dan ook vertaald in vertalingen als de Statenvertaling en de NBG. Op zich is dit een prima woord om te gebruiken, zolang we maar weten waar we het over hebben. God geeft een erfenis of erfdeel, maar sterft natuurlijk niet bij het geven van ons deel, zoals bij ons het geval is bij een erfenis. Daarom geef ik de voorkeur aan het woord lotbezit of lotsdeel.
samen-lot-bezitters
De gelovigen van nu, die behoren tot het lichaam van Christus, zijn één met Hem en zullen delen in Zijn heerschappij. God heeft de hele schepping gegeven aan Zijn Zoon, als Zijn bezit (Ps.8:7; Hebr.2:6-8). En wij delen in die positie en zijn samen-lot-bezitters van Christus (Rom.8:17). Dat het een lotbezit is, betekent dat God het ons doet toevallen. God geeft het zonder dat de mens daarin een bijdrage levert. Hij heeft het zo bepaald, Hij geeft het en het is ons lot (Spr.16:33). Zoals het land Kanaän onder de Israëlieten verdeeld werd door loting (Joz.18:10; Hand.13:19) en elke stam zo zijn lotsdeel ontving.
vlees en bloed
Vlees en bloed kunnen dat Koninkrijk niet ontvangen. Onze huidige lichaam is onderworpen aan de vergankelijkheid en kan daarom niet de onvergankelijkheid ingaan. Daarom ontvangen wij een nieuw lichaam.
51 Neem waar, ik zeg jullie een geheim. Wij zullen niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden.
geheimen
Wat Paulus hier bekend gaat maken, behoort tot de geheimen of verborgenheden die hij van de Heer zelf ontvangen heeft. In 1 Thess.4:15 zegt hij: “want dit zeggen wij tegen jullie met een woord van de Heer”. De geheimen die Paulus bekendmaakt, zijn door Christus Jezus zelf aan Hem doorgegeven. Het zijn ook zaken die niet eerder zijn bekendgemaakt aan de mensen (Ef.3:5), ze zijn de aeonen (> wereldtijdperken) verborgen geweest (Kol.1:26). Over de gebeurtenis van de wegrukking is dus ook niet door de profeten van Israël geprofeteerd. Het was tot dan toe verborgen in God (Ef.2:9) en werd als eerste aan Paulus onthult.
veranderd
Paulus gaat hier iets soortgelijks openbaren als in 1 Thessalonicenzen 4. In dat hoofdstuk ligt het accent op de ontslapenen. Paulus wilde immers zijn lezers bemoedigen wat betreft hen die ontslapen zijn (:13). Hier in 1 Korinthe 15 ligt de nadruk op degenen die levend overblijven tot in de parousia (> komst) van de Heer. Niet allen zullen ontslapen en degenen die niet ontslapen zijn op dat moment, maar nog leven, zullen veranderd worden.
52 In een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, in de laatste bazuin…
ondeelbaar ogenblik
De doden zullen razendsnel veranderd worden. In 1 Thessalonicenzen 4 heet het daarom weggerukt worden. Hier heet het: veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik. De weergave ondeelbaar ogenblik is in het Grieks slechts één woord: atomos. Daar herkennen we natuurlijk het woord atoom in. Men dacht blijkbaar dat het kleine deeltje in de materie dat men ontdekt had, niet te delen was en noemde het daarom atoom.
in een oogwenk?
Andere vertalingen geven in plaats van oogwenk weer met: ogenblik of: in knippering van oog. Dan zou het een aanvulling zijn op het ondeelbaar ogenblik en een nadere uitleg met betrekking tot de snelheid waarmee het plaatsvindt.
we zullen Hem zien
In het Grieks staat er “en ripē ophthalmou” Het woord ripē dat vertaald is met knippering of wenk betekent: gooien of werpen. Ophthalmou betekent: blik of oog. Het zou dan ook vertaald kunnen worden met “(in het) werpen van een blik”. Zou het wellicht te maken hebben met het moment dat we de Heer zullen zien? Vergelijk onze uitdrukking: een blik werpen. Op het moment van de wegrukking, als wij veranderd worden, zullen we hem meteen op dat moment zien. Wij worden weggerukt tot een ontmoeting van de Heer in de lucht en zullen vanaf dat moment altijd samen met Hem zijn en Hem zien (1 Thess.4:17).
de laatste bazuin
Zij die nog leven, worden veranderd in (het blazen van) de laatste bazuin. Sommigen concluderen hieruit dat dit de zevende en laatste bazuin uit Openbaring 8-10 betreft, maar dat kan niet, want die serie bazuinen vindt (jaren) later plaats. Er zijn vele gelegenheden in de Schrift waarop de bazuin klinkt. Die van Openbaring 8-10 en 1 Korinthe 15 zijn onderscheiden reeksen. Bij zorgvuldig lezen zien we dat het hier in 1 Korinthe 15 twee bazuinen of bazuinstoten betreft.
52 …Want Hij zal de bazuin blazen, en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden, en wij zullen veranderd worden.
twee bazuinen
In vers 51 en het eerste deel van vers 52 ging het over degenen die nog leven bij het moment van de wegrukking. Zij zullen veranderd worden in de laatste bazuin. Dan staat er in het tweede deel van vers 52: want Hij zal de bazuin blazen, en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden. Dit vindt dus plaats bij de eerste bazuin. Er wordt gesproken over twee bazuinen.
Het is dezelfde volgorde als we lezen in (1 Thess.4:15-17): eerst worden de doden opgewekt, daarna de levend overgeblevenen veranderd en vervolgens worden zij gelijktijdig weggerukt en gaan de Heer tegemoet.
53 Want dit vergankelijke moet onvergankelijkheid aandoen, en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen.
aantrekken
Vlees en bloed (vergankelijkheid) kan het Koninkrijk niet ontvangen (onvergankelijkheid aandoen) en daarom staan de doden op en worden degenen die levend overblijven veranderd. Dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen. Let op, dat er niet staat “dit dode” of “dit gestorvene”, want het gaat hier om de doden in Christus, inclusief de levend overgeblevenen. Het woord dat vertaald wordt met aandoen wordt ook gebruikt voor het aantrekken van kleding (Matth.6:25, 22:11; Ef.6:14).
Dat klinkt nogal laconiek en zo is het ook. De levende God verandert ons in een ondeelbaar ogenblik van rupsen in vlinders!