de twee verspieders

Christus en de ecclesia (>gemeente) worden in de Schrift een verborgenheid of geheim genoemd (Ef.5:32). Paulus zegt in dit gedeelte in Efeze dat Christus en de ecclesia al verborgen liggen in de geschiedenis van Adam en Eva. Paulus openbaart een geheim, dat met de kennis die hij bekendmaakt, dan ook terug te vinden is in heel de Schrift. Het ligt verborgen in op het eerste gezicht cryptische uitspraken, geschiedenissen, rituelen, enz. Bijvoorbeeld ook in Jozua 2 waar Jozua twee verspieders uitzendt, voor Israël uit, om het land te verkennen.

Jozua 2
1 Jozua, de zoon van Nun, zond van Sittim heimelijk twee verspieders uit (…)

eerstelingen
Deze twee verspieders zijn een beeld van de ecclesia, die is genomen uit Jood én heiden (Ef.2:14-15). Zij gaan als eersten het beloofde land binnen, nog voordat Israël deel kreeg aan de beloften en het land inging.
Ze waren verspieders en bezig aan een geheime missie en werden dan ook verborgen op een hoge plaats, op het dak van Rachab (Joz.2:6). Een schitterend type van de ecclesia, die eerstelingen genoemd worden (Rom.8:23; 2 Thess.2:13 NBG) en eerder delen in de beloften dan Israël. De ecclesia, het lichaam van Christus is een verborgenheid (Ef.5:32). Ons leven is met Christus verborgen in God (Kol.3:2) in een hoge plaats, de hemel.

Jozua
Maar ook Jozua behoorde ooit tot een groep van verspieders. In Numeri 13 lezen we hoe 38 jaar eerder, er twaalf verspieders uitgezonden werden. Tien van hen geloofden niet dat God hen het land zou geven. Twee van hen wel: Jozua en Caleb. Jozua is Hebreeuws en is exact dezelfde naam als het Griekse Jezus. Caleb betekent hond. Honden zijn in de Schrift een uitbeelding van heidenen, de natiën (Matth.15:26). Ook de twee verspieders in Numeri 13 zijn dus een schitterend type van de ecclesia uit Jood en heiden, of: van Hoofd en lichaam. Of nog anders gezegd: van Christus en de natiën (Kol.1:27).