Wie gelooft dat dood werkelijk dood is en geen overgang is naar een andere plek waar men de ogen opslaat, zal steevast als tegenwerping krijgen dat de Heer tegen de moordenaar aan het kruis zei dat hij diezelfde dag nog met Hem in het paradijs zou zijn.
Lukas 23 (NBG)
42 En hij zei tegen Jezus: Heer, gedenk mij, wanneer U in Uw koninkrijk komt.
43 En Hij zeide tot hem: Voorwaar Ik zeg u, heden zult gij met Mij in het paradijs zijn.
leestekens
We moeten ons bedenken dat het Grieks waarin het origineel door Lukas is opgetekend, geen leestekens kent. Punten, komma’s, dubbele punten en zelfs spaties en verschil in kleine letters en hoofdletters zijn interpretatie van de vertalers. Wanneer we de leestekens op andere plaatsen zetten, krijgen we een heel andere zin, die perfect aansluit op de vraag van de medegekruisigde.
Lukas 23
43 En Jezus zei tegen hem: Voorwaar, Ik zeg jou heden: jij zult met Mij in het paradijs zijn.
op die dag
De moordenaar vroeg aan Jezus: Heer, gedenkt mij wanneer U in Uw Koninkrijk komt. Het antwoord van de Heer, is dat Hij niet dan pas aan hem zal denken, maar dit nu (>heden) al doet. Jezus gaf hem die dag de verzekering dat Hij het Koninkrijk zou ingaan.
Ook Jezus ging bij zijn sterven niet naar het paradijs, dat is nog toekomst (Opb.2:7; 22:2). Hij was dood en was drie dagen in het graf (Hand.2:31). God heeft Hem op de derde dag opgewekt (Hand.2:24, 32; 5:30; 10:40; 1 Kor.15:4). De Heer is nu als enige aan Gods rechterhand en als de moordenaar opstaat, bij de opstanding van de rechtvaardigen (Luk.14:14), zal de belofte van Jezus aan hem worden vervuld.