Onlangs volgde ik een gesprek tussen twee gelovigen. De één ziet overal typologie in, de ander gaf zo ongeveer aan wel degelijk in typologie te geloven, maar alleen daar waar de Schrift zelf aangeeft dat zaken of geschiedenissen een typologische betekenis hebben.
Als ik zo de brieven van Paulus doorlees, kom ik heel wat aanwijzingen tegen waarin hij verwijst naar typologie. Geeft de apostel dan voorbeelden van typologie, omdat de zaken waarnaar hij verwijst de enige zijn met een typologische betekenis? Of zijn het slechts enkele voorbeelden die hij geeft, zodat we zouden leren te zoeken naar de typologische betekenis van alle geschiedenissen? Of anders gezegd: opdat we zouden leren dat achter alles in de Schrift een diepere, geestelijke betekenis schuilt? Ik denkt het laatste en dat wil ik illustreren.
1 Korinthe 10
1 En ik wil niet, broeders, dat u er geen weet van hebt dat onze vaderen allen onder de wolk waren en allen door de zee zijn gegaan,
2 en dat allen in Mozes gedoopt zijn in de wolk en in de zee,
3 en allen hetzelfde geestelijke voedsel gegeten hebben,
4 en allen dezelfde geestelijke drank gedronken hebben. Zij dronken namelijk uit een geestelijke rots, die volgde; en die rots was Christus.
geestelijke dingen
Opvallend is dat Paulus in vers 3 begint te spreken van geestelijk voedsel, terwijl het duidelijk is dat hij refereert aan de geschiedenis van Israël in de woestijn. In Exodus lezen we wanneer God het manna aan Israël geeft:
Exodus 16
15 Toen de Israëlieten dat zagen, zeiden zij tegen elkaar: Wat is dat? (Hebreeuws: manna?) Want zij wisten niet wat het was. Mozes zei tegen hen: Dit is het brood dat JAHWEH u te eten gegeven heeft.
Paulus geeft in 1 Kor.10:3 aan dat dit manna een beeld is van geestelijk voedsel. Ook in Exodus 16 lezen we dat, want het volgende vers zegt:
16 Dit is het woord dat JAHWEH geboden (lett: geïnstrueerd) heeft (…)
Gods woord
Het manna is dus een uitbeelding van het woord van God en dus met recht geestelijk voedsel, zoals ook Paulus verklaart in 1 Korinthe 10. En ook van de geschiedenis die we vinden beschreven in Exodus 17, waar beschreven wordt dat er water uit de rots komt om het volk te laten drinken, zegt Paulus dat het water (de drank) een geestelijke betekenis heeft. Van de rots geeft hij er zelfs de verklaring bij. De rots spreekt van Christus.
Mozes, de wolk en de zee
Maar hoe zit het dan met de details waar Paulus niet van aangeeft, dat ze ook een geestelijke betekenis hebben? Zoals: het volk Israël, de wolk, het doorgaan door de zee (:1), en Mozes (:2). Zouden die dan geen typologische betekenis hebben en verwijzen naar geestelijke dingen? Natuurlijk wel, maar Paulus geeft ons een aantal aanwijzingen, zodat we deze geschiedenissen zouden opzoeken in Exodus en ze daar bestuderen op hun geestelijke betekenis.
Pascha
Een ander voorbeeld waar Paulus zeer subtiel een aanwijzing geeft naar typologie vinden we in dezelfde brief:
1 Korinthe 5
7 (…) want ook ons Pascha werd voor ons geslacht: Christus.
Hier zegt Paulus dat het Pascha (paaslam), dat geïntroduceerd wordt in Exodus 12, een beeld is van Christus. We zouden deze geschiedenis bestuderen. De details met betrekking tot het paaslam: het in huis nemen van het lam (:4), een gaaf lam, één jaar oud (:5), enz., het spreekt allemaal van Christus. Maar ook de andere details in dit hoofdstuk hebben een typologische, dat wil zeggen: geestelijke betekenis. Het bloed dat aan de deurposten werd gesmeerd, ongezuurd brood, de dood van de eerstgeborenen, enz. Alles wijst op verborgen wijze op Hem en op Gods plan.