alle dingen werken mee ten goede

Romeinen 8 is een bekend hoofdstuk. En binnen dit hoofdstuk zijn er een aantal verzen of gedeelten die zeer bekend zijn. Zo bekend, dat ze soms ook op de vertrouwde tegeltjes staan. Rom.8:28 is zo’n vers.

Romeinen 8
28 Wij weten echter, dat voor degenen die de God liefhebben, de God alle dingen meewerkt ten goede, voor hen die volgens zijn voornemen geroepenen zijn.

de Plaatser
Hoe komt het dat alles meewerkt ten goede? Daarover hoeven we niet te filosoferen, want dat legt Paulus uit. In vers 28 is twee keer sprake van de God. De meeste vertalingen, vertalen dit bepalend lidwoord niet, maar ik heb het er nu wel bijgezet. Omdat het in de grondtekst ook staat én omdat het samenvat waar heel het volgende over gaat. Het Griekse Theos dat wij vertalen met God, is afgeleid van een werkwoord dat plaatsen betekent. God is dus de Plaatser, of: de Beschikker. Hij plaatst en beschikt alles en daarom werkt alles mee ten goede.

29 Want degenen die Hij tevoren kende, die bestemt Hij ook tevoren als gelijkvormigen aan de afbeelding van zijn Zoon, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broeders;
30 degenen echter, die Hij tevoren bestemt, dezen roept Hij ook; en degenen die Hij roept, dezen rechtvaardigt Hij ook; degenen echter, die Hij rechtvaardigt, dezen verheerlijkt Hij ook.

Hij
God kende u en mij al voor onze geboorte, voordat deze wereld al bestond (Ef.1:3). Hij heeft ons tevoren gekend, Hij bestemt ons tevoren als gelijkvormigen aan het beeld van Zijn Zoon, Hij roept ons, Hij rechtvaardigt ons en Hij verheerlijkt ons. Dat is Zijn werk, Zijn plan. Daarom is er niets in dat plan dat niet meewerkt ten goede. Of wij dat nu wel of niet zien, dat doet er niet toe. We zijn toch veel te beperkt in ons denken en inzien. Vertrouw op Hem, het is in goede handen.

Romeinen 8 vervolgt dan ook met te stellen dat niets of niemand ons tegen kan zijn. Alles werkt immers mee ten goede..

38 Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood noch leven, noch boodschappers, noch overheden, noch machten, noch de tegenwoordige dingen noch de toekomende dingen,
39 noch hoogte noch diepte, noch enige andere schepping ons zal kunnen scheiden van de liefde van de God in Christus Jezus, onze Heer.