Richteren 13:1 verlossing na veertig

De uitspraak: “hij deed wat kwaad was in de ogen van JAHWEH” (‘des Heeren’) is bekend uit de boeken 1 en 2 Koningen. We vinden die uitspraak als een refrein in de opsomming van de vele goddeloze koningen die Israël en Juda hebben gehad. Maar ook in Richteren komen we deze uitspraak diverse keren tegen.

Richteren 13
1 En de zonen van Israël gingen voort te doen van wat kwaad is in de ogen van JAHWEH, en JAHWEH gaf hen in de handen van de Filistijnen, veertig jaren.

zevende keer
Hier betreft het de zevende keer in het boek Richteren dat we deze opmerking lezen (2:11; 3:7,12; 4:1; 6:1; 10:6). Het kwaad dat Israël bedreef wordt in Rich.13:1 niet vermeld, maar in veel van de andere vermeldingen betreft dit het dienen van andere goden.

beproeving
God geeft Israël veertig jaren over in de hand van hun vijand, in dit geval de Filistijnen. Veertig is een getal dat spreekt van beproeving. Bij de zondvloed regende het veertig dagen en nachten (Gen.7:12), Jezus had veertig dagen en nachten gevast, bij de verzoeking in de woestijn (Matth.4:2) en Israël zwierf veertig jaar door de woestijn (Num.14:33; Hebr.3:9) voordat ze het beloofde land ingingen.

een geboorte
Daarvoor was het volk Israël in slavernij geweest in Egypte voor een periode die gerekend wordt als vierhonderd jaar (Gen.15:13; Hand.7:6), het tienvoudige van veertig. Na deze periode wordt Israël verlost uit Egypte en wordt als het ware geboren (Hos.11:1). Inderdaad, net als bij een natuurlijke geboorte door wateren die breken na veertig weken. De dertiende letter van het Hebreeuwse alfabet is de letter Mem. Deze heeft een getalswaarde van 40 en heeft als betekenis water.

de geboorte van een verlosser
Ook hier in Richteren 13 komt de verlossing na de veertig. God geeft een verlosser: Simson, uit een bijzondere geboorte, zoals we nog zullen zien. Deze verlosser is een voorafschaduwing van de Ware Verlosser die eens zou komen: Jezus Christus.