wie of wat is “de weerhouder”? (2)

In de vorige blog hebben we met name gezien wat Paulus leert in de 1e Thessalonicenzen brief. De 2e Thessalonicenzen brief is een vervolg op de eerste brief. Dat blijkt niet alleen uit de nummering, maar ook uit wat Paulus schrijft. Hij had hen eerder geschreven dat de dag van de Heer voor deze wereld zal komen als een dief in de nacht (1 Thess.5:2), maar voor hen niet. Zij waren immers nauwkeurig op de hoogte van de tijden en gelegenheden (1 Thess.5:1), zij waren niet in duisternis, dus zou hen die dag niet overvallen (1 Thess.5:4).

Toch gaat Paulus het ook in de 2e Thessalonicenzen brief over deze gebeurtenis hebben, omdat zijn lezers in verwarring waren gebracht.

2 Thessalonicenzen 2
1 Maar wij vragen jullie, broeders, met betrekking tot de aanwezigheid (Grieks: parousia) van onze Heer Jezus Christus en onze vereniging tot Hem,
2 dat het denken van jullie niet vlug in opschudding gebracht wordt en jullie ook niet gealarmeerd worden, noch door een geestesuiting, noch door een woord, noch door een brief, die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag van de Heer nú zou bestaan.

parousia
Paulus gaat het, net als in 1 Thess.4:15, hebben over de parousia. In 1 Thessalonicenzen 4 spreekt hij over degenen die levend overblijven tot in de parousia. Zij worden in een ondeelbaar ogenblik veranderd en ontvangen een opstandingslichaam en zullen samen met de al overleden gelovigen, die bij die gelegenheid worden opgewekt, weggerukt worden tot een ontmoeting van de Heer in de lucht.

onze vereniging met Hem
Deze gebeurtenis noemt hij in 2 Thess.2:2: onze vereniging tot Hem, of zoals ander vertalingen zeggen: onze toevergadering tot Hem. Het Griekse episunagoges is opgebouwd uit het voorzetsel epi = op en sunagoge = vergadering of bijeenkomst. Het is een opwaartse vergadering, want wij worden immers weggerukt tot een ontmoeting van de Heer in de lucht (1 Thess.4:17).

verontrust
De Thessalonicenzen waren in opschudding gebracht door andere leringen dan wat Paulus hen had overgeleverd en waren verontrust. Zij waren misleid en dachten dat de dag van de Heer al aangebroken was. Maar de dag van de Heer zou voor deze wereld aanbreken ná een periode van vrede en zekerheid, want die zou opgevolgd worden door een plotseling verderf, dat onafwendbaar is, zoals weeën bij een zwangere vrouw (1 Thess.5:3). Merk op dat de oordelen in Openbaring ook in verband worden gebracht met weeën (Opb.8:13; 9:12; 11:14).

De dag van de Heer zou komen in samenhang met andere gebeurtenissen en dat wisten de Thessalonicenzen eerder nog zeer nauwkeurig (1  Thess.5:1). Zij konden die dag daarom verwachten en die dag zou hen niet als een dief overvallen (1 Thess.5:4). Maar blijkbaar waren ze dat vergeten of waren zij niet standvastig en daarom schrijft Paulus hen een tweede brief.

3 Laat niemand jullie misleiden, op geen welke wijze, want eerst moet de afstandneming komen en de mens van de wetteloosheid onthuld worden, de zoon van de vernietiging…

afstandneming
Het meest opvallende in bovenstaande weergave, is het woord afstandneming. Dit is de vertaling van het Griekse woord apostasia, dat is opgebouwd uit de elementen: vanaf + staan. Het wordt in de meeste vertalingen weergeven met afval, in de zin van een godsdienstige afval. Dit zelfstandig naamwoord komt nog één keer voor en in het andere vers gaat het inderdaad om een godsdienstige afval (Hand.21:21).

aphistemi
Maar als werkwoord (aphistemi) komt het 14 keer voor in het nieuwe testament en wordt het weergegeven met: wijken (Luk.2:37), gaat weg van Mij (Luk.13:27), houdt af (Hand.5:38), verliet hem (Hand.12:10), verlaten (Hand.15:38), zich losmaken (Hand.19:9), enz.

Bij al deze keren gaat het om een letterlijk en fysiek afstand nemen. Er zijn ook teksten waarbij het om een godsdienstig afstand nemen gaat, zoals in 1 Tim.4:1. Maar uit het verband moet blijken waarom het gaat. In 2 Thess.2:3 zou beter neutraal vertaald kunnen worden met afstandneming, zodat de lezer zich afvraagt wie er afstand neemt en waarvan.

afval?
De mens van de wetteloosheid zal een godsdienstige afval veroorzaken, dat wordt dan ook in het volgende vers beschreven. Maar spreekt de afstandneming ook van deze afval?

Veel logischer is het dat de afstandneming een term is voor de wegrukking. Dat is immers het onderwerp van Paulus in dit hoofdstuk: de parousia van onze Heer Jezus Christus en onze vereniging tot Hem (:1). Ook de wegrukking is een afstandneming, de ecclesia zal afstand nemen van deze aarde tot een ontmoeting van de Heer in de lucht. Later zullen we nog bevestigd zien dat de afstandneming inderdaad gelijk is aan de wegrukking, omdat Paulus hiervoor een aanwijzing geeft in dit hoofdstuk.

4 de tegenstrever, die zich verheft tegen alles wat god of voorwerp van eerbiedige verering heet, zodat hij in de tempel van God gaat zitten, om te demonstreren, dat hij God is.

afgoderij
Deze mens van de wetteloosheid zal zichzelf in de tempel zetten en zichzelf vertonen, dat hij God is. Ook Daniel sprak hiervan (Dan.12:11) en Jezus in Zijn “rede over de laatste dingen” wijst ook op de afgoderij die zal plaatsvinden in de heilige plaats (Matth.24:15). Jezus roept op om snel te vluchten als men dat ziet, omdat er dan nog maar weinig tijd over is, want het is de aanvang van de grote verdrukking (Matth.24:16-21).

5 Herinneren jullie je niet, dat ik, toen ik nog bij jullie was, dit tegen jullie zei?

Paulus herinnert hen dat hij deze dingen met hen besproken had. Blijkbaar was dat weggezakt of waren ze gaan twijfelen door de andere leringen die zij hoorden. Hoe dat ook zij, wij mogen daar dankbaar voor zijn, want het was reden voor Paulus om deze 2e brief aan hen te schrijven.

6 En jullie weten wat nu tegenhoudt, totdat hij onthuld wordt in zijn eigen bestemde tijd.

het tegenhoudende
En nu, jullie weten het tegenhoudende
, staat er letterlijk. Er is iets dat de onthulling of openbaring van de mens van de wetteloosheid tegenhoudt, of weerhoudt. Waarom kan de mens van de wetteloosheid zich nog niet onthullen? Het meest logisch is dat het antwoord in ditzelfde gedeelte staat en we het niet op andere plaatsen hoeven te zoeken.

Het onderwerp van dit gedeelte is wat in 1 Thess.4:17 heet weggerukt worden en wat in vers 1 van dit gedeelte wordt genoemd: onze vereniging tot Hem. Eerder zagen we al dat ook de afstandneming een term is voor deze gebeurtenis.

7 Want het geheim van de wetteloosheid werkt reeds in, alleen totdat hij, die op dit moment tegenhoudt, uit het midden wordt [weggedaan], 8 en dán zal de wetteloze onthuld worden.

Let op de parallel tussen het eerdere vers 3 en vers 6-7.

3 … eerst moet de afstandneming komen en de mens van de wetteloosheid onthuld worden.

6 En jullie weten wat nu tegenhoudt, totdat hij onthuld wordt…
7 … totdat hij, die op dit moment tegenhoudt, uit het midden wordt [weggedaan], 8 en dán zal de wetteloze onthuld worden.

Vóórdat de mens van de wetteloosheid onthuld wordt, moet de afstandneming komen.
Maar ook: vóórdat de wetteloze onthuld wordt, moet het tegenhoudende worden weggenomen.

Het tegenhoudende is: de afstandneming, dat is: de wegrukking.