twee evangeliën?

Paulus noemt zichzelf een aantal keren expliciet apostel van de heidenen (=natiën). Als het er werkelijk op aankomt, beroept Paulus zich als Romein, en dus als heiden, op de keizer (Hand.25:11). Dit in tegenstelling tot de twaalf apostelen die afkomstig waren uit Israël en ook tot het huis van Israël werden gezonden (Matth.10:6). Zij worden juist nadrukkelijk niet gezonden tot de natiën (Matth.10:6)

het evangelie van de besnijdenis en het evangelie van de voorhuid
Maar daar blijft het niet bij. Ook in de boodschap is er een onderscheid. In de meeste vertalingen komt het niet uit de verf, maar in Galaten 2 maakt Paulus onderscheid tussen het evangelie van de voorhuid (dat zijn de natiën die de voorhuid hebben, omdat ze niet besneden zijn) en het evangelie van de besnijdenis (dat zijn de Joden). Hieronder de betreffende verzen. De tussenzinnen in vers 8 en 9 zijn weggelaten voor de leesbaarheid.

Galaten 2
6 …zij immers die in aanzien zijn (>Petrus, Jakobus en Johannes, 1:18,19; 2:9), legden mij niets op.
7 Maar integendeel, toen zij zagen, dat aan mij het evangelie van de voorhuid toevertrouwd was, zoals aan Petrus dat van de besnijdenis;
(…)
9 …gaven zij mij en Barnabas de rechterhand van de gemeenschap, opdat wij tot de natiën, en zij tot de besnijdenis zouden gaan.

het evangelie van de besnijdenis
De meeste vertalingen veranderen van in voor, alsof het alleen om een andere doelgroep zou gaan, maar de grondtekst is duidelijk. Er staat twee keer een tweede naamval en dus: het evangelie van de voorhuid en het evangelie van de besnijdenis. De twaalf apostelen, waaronder Jakobus, Petrus (Cefas), en Johannes (Gal.2:9) predikten het evangelie van de besnijdenis. Wat is dat evangelie?
Het is de boodschap dat wanneer Israël tot bekering zou komen, de Messias zou komen en het beloofde Koninkrijk zou aanbreken. Petrus geeft dit prachtig weer in één van zijn toespraken.

Handelingen 3
19 Bezint jullie dan en keer om, opdat jullie zonden uitgewist worden, zodat er tijden van verkwikking zullen komen van het aangezicht van de Heer,
20 en Hij Christus Jezus zal zenden, Die voor jullie voorbestemd is.
21 Die de hemel moet ontvangen tot op de tijden van het herstel van alle dingen, waarover God gesproken heeft door de mond van al Zijn heilige profeten vanaf de aeon.

Paulus
Paulus, de 13e apostel, was afgevaardigd om een andere boodschap te brengen. Hem was door God geopenbaard dat Israël niet tot bekering zou komen. Zij zouden de boodschap van de opgewekte Christus verwerpen en het Koninkrijk zou van hen weggenomen worden. In de evangeliën vinden we dit al op verborgen wijze terug als de Heer Jezus in gelijkenissen tot het Joodse volk spreekt, bijvoorbeeld in Mattheüs 21 (zie met name vers 43).

Israël terzijde
Israël zou de boodschap niet aannemen en Paulus wist vanaf de aanvang van zijn roeping dat het Joodse volk zijn getuigenis niet zou aannemen (Hand.22:18). Hierop werd Israël terzijde gesteld en redding ging naar de natiën (Hand.13:46-47, 22:21, 28:28).

een volk uit de natiën
In onze tijd, een tussengeschoven en tevoren verborgen periode (Ef.3:5), verzamelt God Zich een volk uit de natiën voor Zijn naam (Hand.15:14). De periode waarin God dit doet, wordt het geheim(enis) of de verborgenheid genoemd. Er is in deze tijd geen zichtbaar Koninkrijk en geen zichtbare Messias op de troon in Jeruzalem, zoals beloofd in de oudtestamentische Schriften, maar het Koninkrijk is verborgen en de Messias is verborgen in de hemel (Kol.3:1-4).

verborgen
In de nabije toekomst gaat God de draad weer oppakken met Zijn volk Israël. Het evangelie van het Koninkrijk zal dan weer actueel worden en door een gelovig Israël in heel de wereld gepredikt worden (Matth.24:14). Nu is Christus echter verborgen onder de natiën.

Kolossenzen 1
27 Aan hen wil God bekendmaken, wat de rijkdom van de heerlijkheid van dit geheim is onder de natiën: Christus onder jullie, de hoop van de heerlijkheid.