wat is het Koninkrijk van de hemelen? (2)

Al in Genesis vinden we dat aan de aartsvaders een (konink)rijk op aarde beloofd werd. Natuurlijk kunnen we hiervoor nog verder teruggaan, naar Adam, aan wie de opdracht werd gegeven de aarde te onderwerpen en erover te heersen (Gen.1:28). Adam was niet in staat deze opdracht te vervullen, maar dit zal in de toekomst alsnog gebeuren door de laatste Adam (1 Kor.15:45). Hij wordt ook de Zoon van Adam genoemd (Ps.8:5). Een zoon is in de Schrift een erfgenaam.

Jezus Christus is de Zoon van God, de Zoon van David, de Zoon van Abraham en de Zoon van Adam (Matth.1:1, Ps.8:5). In Hem zullen alle beloften vervuld worden. Hij is Abrahams zaad (Gal.3:16). Hij is de beloofde Messias, de Zoon van David en Hij zal zitten in Zijn Koninkrijk op de troon van Zijn vader David (Luk.1:32). Dit Koninkrijk zal een Israëlitisch wereldrijk zijn, zoals beloofd was aan Jakob (Ez.37:25).

Daniël
Maar waarom wordt dit Koninkrijk dat deze Messias zal regeren, in het Mattheüs evangelie het Koninkrijk van de hemelen genoemd? Ook daarop vinden we een antwoord bij de profeten van het oude testament.

Daniël 2
44 Maar in de dagen van die koningen zal de God van de hemelen een koninkrijk oprichten, dat voor de aeonen niet zal te gronde gaan, en waarvan de heerschappij op geen ander volk meer zal overgaan: het zal al die koninkrijken verbrijzelen en daaraan een einde maken, maar zelf zal het bestaan voor de aeonen.

de God van de hemelen
Koning Nebukadnezar droomde van een beeld van goud, zilver, koper, ijzer en klei. Dit beeld is de uitbeelding van opeenvolgende aardse koninkrijken, legt Daniël uit (Dan.2:36-43). Aan die Koninkrijken zal een einde komen en de God van de hemelen zal een Koninkrijk vestigen. Vandaar dat dit Koninkrijk in het Mattheüs evangelie heet: het Koninkrijk van de hemelen. Het wordt namelijk gevestigd door de God van de hemelen.
Het Koninkrijk zal op geen ander volk meer overgaan. Het zal een Koninkrijk zijn dat God regeert via Zijn volk Israël. Precies zoals het beloofd was (Ez.37:25).

volk van de heiligen
In Daniël vinden we nog een hoofdstuk dat handelt over dit Koninkrijk. In Daniël 7 wordt weer een droom, maar nu een droom van Daniël zelf, beschreven. Ook deze droom wordt uitgelegd. Ook in deze droom gaat het over een aantal Koninkrijken (o.a. vers 17, 24) die opgevolgd zullen worden door een Koninkrijk van een volk van heiligen. Een heilig volk dus (vergelijk Ex.19:5-6).

Daniël 7
27 En het koninkrijk, de macht en de grootheid van het koninkrijk onder heel de hemelen zal gegeven worden aan het volk van de heiligen van de Allerhoogsten: zijn koninkrijk is een aeonisch koninkrijk, en alle machten zullen het dienen en gehoorzamen.

Koninkrijk onder heel de hemelen
In dit vers uit Daniël wordt het Koninkrijk genoemd: het Koninkrijk onder heel de hemelen, en dus in het Mattheüs evangelie: het Koninkrijk van de hemelen. Alle aardse Koninkrijken zullen verdwijnen en er zal een Koninkrijk worden gevestigd vanuit de hemel. Dit zal een Koninkrijk zijn van een totaal andere orde dan de aardse Koninkrijken. Geen metaal, maar steen. Geen mensenwerk, maar zonder handen afgehouwen (Dan.2:45) en het zal heel de aarde vullen! (Dan.2:35).

nabij
Johannes de Doper en de Heer Jezus proclameerden aan het volk Israël dat dit Koninkrijk nabij gekomen was (Matth.3:2, 4:17), maar het volk wilde deze Koning niet (Luk.19:14). In Mattheüs 12 wordt het moment beschreven dat de Heer Jezus bij monde van de leidslieden van het volk Israël verworpen en afgewezen wordt (vers 14, 22-24, 38-40).

verborgen
Direct daarop begint de Heer in gelijkenissen te spreken (Matth.13:3). Hij legt slechts aan Zijn volgelingen uit waarom Hij dat doet (Matth.13:11-15) en haalt hierbij een profetie aan uit Jesaja 6.
Het beloofde Koninkrijk zou van dit volk weggenomen worden en het Koninkrijk zou verborgen worden, in plaats van een openbaar Koninkrijk (Luk.19:11). De gelijkenissen spreken over dit verborgen Koninkrijk, oftewel: over de verborgenheden van het Koninkrijk van de hemelen (Matth.13:11). Paulus haalt in Handelingen 28 dezelfde profetie aan uit Jesaja 6 die de Heer aanhaalt in Mattheüs 13 . Ook Paulus spreekt daar tot Joden (:17) en voegt aan de woorden van Jesaja toe:

Handelingen 28
28 Laat het, dan, aan jullie bekend zijn, dat deze redding van God tot de natiën werd gezonden, en zíj zullen horen.

Zie ook:

Wat is het Koninkrijk van de hemelen? (1)
Waarom gelijkenissen?
De geheimenissen van het Koninkrijk (de gelijkenissen in Mattheüs 13)