wat is het Koninkrijk van de hemelen? (1)

In Mattheüs vinden we meer dan dertig keer de term het Koninkrijk van de hemelen. In de andere evangeliën en in de rest van de Schrift komt de term niet voor, maar in parallelgedeelten in de evangeliën vinden we wel een soortgelijke term, namelijk het Koninkrijk van God.
Maar wat is nu precies het Koninkrijk van de hemelen? Komt deze term die we in Mattheüs vinden zomaar uit de lucht vallen, of kunnen we uit eerdere Schriftgedeelten verstaan wat het begrip inhoudt?

Eerste vermeldingen
De eerste keer dat we de term vinden, is in het begin van het Mattheüs evangelie, waar Johannes de Doper wordt geïntroduceerd. Hij proclameerde de nadering van een komend Koninkrijk.

Mattheüs 3
2 (…) Bekeert [letterlijk: bezint] u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.

In de verzen die daarop volgen, verklaart Johannes de Doper naar aanleiding van een profetie uit Jesaja 40 dat hij de wegbereider is van de komende Koning die beloofd was. De komst van het Koninkrijk was nabij gekomen, de Koning was al aanwezig (Joh.1:29-31).
Ook Jezus bracht deze boodschap:

Mattheüs 4
17 (…) Bezint u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.

Een Schriftplaats die ons meer zegt over het Koninkrijk van de hemelen, vinden we iets verder in het Mattheüs evangelie.

Mattheüs 8
11 Ik zeg u, dat er velen zullen komen van oost en west en zullen aanliggen met Abraham en Izak en Jakob in het Koninkrijk der hemelen.

Ook Abraham, Izak en Jakob zullen deelhebben aan het Koninkrijk van de hemelen. Maar wat was aan hen beloofd? Hen werd een land op aarde beloofd, zij zouden tot een groot en machtig volk worden en alle volken en geslachten van de aarde zouden in hen gezegend worden. (Gen.12:2-3, Gen.13:14-17, Gen.18:18, Hebr.11:8-16).

Lotsdeel
Uit deze teksten kunnen we concluderen dat Abraham en zijn nakomelingen in de toekomst een land, het land Israël,  als lotsdeel zullen ontvangen (vanaf Gen.32:28 wordt Israël genoemd, daarvoor Kanaän) en dat in hem en zijn nakomelingen, alle geslachten van het aardrijk gezegend zullen worden.
Uit andere Schriftplaatsen weten we dat dit Israëlitische wereldrijk geregeerd zal worden door de Messias, vanaf de troon van Zijn vader David.

2 Samuël 7
12 Wanneer uw dagen vervuld zijn en gij bij uw vaderen te ruste zijt gegaan, dan zal Ik uw  nakomeling, uw eigen zoon, na u doen optreden, en Ik zal zijn koningschap bevestigen.
13 Die zal mijn naam een huis bouwen, en Ik zal zijn koninklijke troon voor de aeon bevestigen.
14 Ik zal hem tot een vader zijn, en hij zal Mij tot een zoon zijn (…)

 

Jesaja 9
6 Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over zijn koninkrijk,doordat hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid, van nu aan tot in de aeon.

 

Lukas 1
32 Deze zal groot zijn en Zoon des Allerhoogsten genoemd worden, en de Here God zal Hem de troon van zijn vader David geven,
33 en Hij zal als koning over het huis van Jakob heersen tot in de aeonen, en zijn koningschap zal geen einde nemen.

De aan Israël beloofde Messias, de Zoon van God en de Zoon van David, zal zitten op de troon van Zijn vader David en vanuit Jeruzalem een Israëlitisch wereldrijk regeren. In dit Koninkrijk, dat in Mattheüs het Koninkrijk van de hemelen wordt genoemd, zullen Abraham, Izak en Jakob een lotsdeel ontvangen.

Maar waarom wordt dit Koninkrijk genoemd het Koninkrijk van de hemelen? Meer daarover in een volgende blog.