Wanneer we weten dat Paulus in zijn brieven de ecclesia vergelijkt met de tempel, kunnen we in de oudtestamentische geschiedenissen veel schatten onder de oppervlakte vinden. We kunnen er dan van uitgaan dat wat we beschreven vinden over de tempel dubbelzinnig is, dat het een dubbele betekenis heeft. Het gaat dan over de tempel, maar spreekt op verborgen wijze over de ecclesia. “Of weten jullie niet dat jullie Gods tempel zijn?” (1 Kor.3:16).
Hoofd en lichaam, Hoeksteen en tempel
Christus Jezus is het Hoofd van het lichaam (Kol.1:18). Hij zorgt voor de leden van het lichaam, maakt dat het lichaam groeit (Kol.2:19) en verbindt de leden van het lichaam met elkaar (1 Kor.12:12-27; Kol.2:19).
Iets dergelijks wordt ook gezegd in de beeldspraak van de ecclesia als tempel. Daarin is Christus Jezus de Hoeksteen, in wie het gehele gebouw samengevoegd wordt en groeit tot een heilige tempel in de Heer (Ef.2:21). Hij is Degene die het huis bouwt.
1 Koningen 6
7 Het huis (zie vers 1: het huis van JAHWEH) nu werd, toen het gebouwd werd, met volmaakte steen gebouwd, zoals die waren aangevoerd, zodat geen hamers of bijlen of enig ijzeren gereedschap in het huis gehoord werden toen het gebouwd werd.
Zijn werk
Daar waar de tempel gebouwd werd, was geen geluid van gereedschap te horen. Men hoefde de stenen niet meer bij te werken of te volmaken. Het is een uitbeelding van hoe de Heer Zijn ecclesia bouwt. De stenen die Hij daarvoor gebruikt, heeft Hij zelf toebereid, ze zijn volmaakt. Wij hoeven niet onszelf bij te schaven of ons best te doen om goed genoeg te zijn. Dat is Zijn werk, Hij bouwt Zijn Gemeente!