Na in december 2015 op Urk een studie gegeven te hebben over Jozef zoekt zijn broers (Genesis 37), zijn we deze studiedag verder gegaan met het bespreken van de volgende drie hoofdstukken in Genesis over het leven van Jozef.
Juda en Thamar (Genesis 38)
In Genesis 38 wordt de geschiedenis van Jozef onderbroken door de geschiedenis van Juda en Thamar. Deze onderbreking blijkt model te staan voor de onderbreking in het handelen van God met het volk Israël. Thamar verwekt via een omweg nageslacht van en voor Juda. Een tweeling wordt geboren: Perez en Zera. Zij blijken een uitbeelding van de onderbreking in Gods handelen met Israël en de zon van de gerechtigheid die voor hen na deze breuk zal opgaan.
Jozef bij Potifar (Genesis 39)
Jozef is door zijn broers verkocht als slaaf en naar Egypte vervoerd. Jozef komt terecht in het huis van Potifar, een Egyptische hoveling. De vrouw van Potifar doet haar best Jozef te verleiden, grijpt hem vast, maar Jozef laat zijn kleed achter en vlucht het huis uit. Dit is een type van de Here Jezus Christus die kwam als slaaf, in het huis van Israël. Het volk wilde hem wel als koning, maar onder hun eigen voorwaarden. De Heer legde zijn heerlijkheid af, en deed geen aanspraak op Zijn koningschap, maar verliet het Joodse volk en land.
Jozef in de gevangenis (Genesis 40)
Jozef komt na het debacle met de vrouw van Potifar in de gevangenis. Dit blijkt het andere huis van Potifar te zijn. Waar het huis van Potifar een type is van Israël, is de gevangenis een type van de ecclesia, het lichaam van Christus. In deze gevangenis is Jozef de be-heer-der van de gevangenis en zorgt voor de gevangenen. Hij legt dromen, dat wil zeggen: verborgenheden, uit. Een schitterend type van Christus in de Gemeente.
De schenker en de bakker blijken typen van de nieuwe en de oude mens.
Plaats studie: Urk
Datum:30 januari 2016