Als de Bijbel leert dat de ongelovige in het eeuwig verderf of eeuwige straf (o.a. 2Thessalonicenzen 1:9) zal komen, is het nogal een verschil of we het hebben over een tijdsperiode met een begin en een einde, of een aanduiding die erop wijst dat het geen einde heeft.
Eeuw, eeuwigheid of wereld?
AION
In onze Bijbelvertalingen wordt één woord uit de in het Grieks geschreven grondtekst met bovengenoemde drie verschillende woorden vertaald. Het is het Griekse woord aion. In het Nederlands zijn het drie totaal verschillende begrippen. Ik beperk me even tot de oude Statenvertaling, want bijvoorbeeld de NBG-vertaling heeft nog wat andere weergaven van dit woord, wat het nog ingewikkelder maakt: loop (Efeziërs 2:2), tijd (1Korinthiërs 1:20), van oudsher (Lucas 1:70), enz.
Hieronder drie voorbeelden van teksten waar het woord met deze drie verschillende begrippen (eeuw, eeuwigheid en wereld) wordt weergegeven:
Mattheüs 12:32:
‘… het zal hem niet vergeven worden, noch in deze EEUW, nog in de toekomende.’
1Johannes 2:17:
‘… die de wil van God doet, blijft in der EEUWIGHEID.’
Mattheüs 28:20:
‘En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der WERELD.’
Een eeuw is een tijdperk met een begin en een einde. In het Nederlandse taalgebruik is het een tijdvak van honderd jaar, maar in de Bijbel is het een langdurige (verborgen) tijdsperiode. Een eeuwigheid echter, is zonder begin en zonder einde. Deze twee begrippen zou je dus al tegenovergestelde begrippen kunnen noemen en toch zijn ze de vertaling van hetzelfde Griekse woord aion. En wat hebben die twee met het woord wereld te maken..?
De vertaling met het woord wereld wil ik buiten beschouwing laten. Er is een Grieks woord dat wereld betekent, namelijk kosmos. Dat het Griekse woord aion niet met wereld vertaald hoort te worden is redelijk onomstreden. Dat de woorden aion en kosmos naast elkaar gebruikt worden in Efeziërs 2:2 maakt dat duidelijk genoeg, lijkt me.
Waarom het woord aion geen eeuwigheid kán betekenen
Hieronder een aantal teksten waarbij het duidelijk is dat het woord aion, of een vervoeging ervan, een tijdperk is met een begin en een einde en waar het overduidelijk niet met ‘eeuwigheid’ vertaald kán worden:
Mattheüs 28:20:
‘En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding van de aion.’
Voleinding van de eeuwigheid?
1Korinthiërs 10:11:
‘ … over wie het einde der aionen gekomen is.’
Einde van de eeuwigheden?
1Korinthiërs 2:7:
‘ … vóór de aionen’
Vóór de eeuwigheden?
Mattheüs 12:32:
‘ …het zal hem niet vergeven worden, noch in deze aion nog in de toekomende.’
Toekomende eeuwigheid?
Hebreeën 9:26:
‘ … maar nu is Hij eenmaal in de voleinding der aionen geopenbaard.’
Voleinding van de eeuwigheden?
Waarom is de vertaling van dit ene woord zo belangrijk? Omdat met de vertaling van dit woord het totale beeld van de toekomende dingen staat of valt.
Het woord aion kan consequent vertaald worden met het woord eeuw. Er volgt volgens de Schrift (de Bijbel) nog een ‘toekomende eeuw’ (Efeziërs 1:21) en zelfs nog ‘toekomende eeuwen’ (Efeziërs 2:7). Het gaat dan om een nog komende periode(n) met een begin en een einde.
Een eeuwigheid als vertaling van het woord aion is dus een misleidende vertaling.
EEUW-ig of EEUW-s is een prima vertaling, zolang je maar weet dat het geen oneindige periode is, maar een betrekking hebbend op de eeuw.
Eeuw-ige tijden
Erg interessant in dit verband is dat de Bijbel een aantal keren spreekt over ‘eeuw-ige tijden’ en ‘vóór eeuw-ige tijden.’ Hoezo een periode zonder begin en zonder einde? Zie Romeinen 16:25, Titus 1:2 en 2Timotheüs 1:9.
De redding en verzoening van allen
De Bijbel is klip en klaar dat God de Redder is van ALLE mensen, dat Hij ALLES/ALLEN met Zich verzoent, en ALLEN levend maakt.
1Timotheüs 4:10:
‘Want hiertoe arbeiden wij ook, en worden versmaad, omdat wij gehoopt hebben op den levenden God, Die een BEHOUDER IS ALLER [aller = van alle] mensen, allermeest der gelovigen.’
Kolossenzen 1:20:
‘En dat Hij, door Hem vrede gemaakt hebbende door het bloed Zijns kruises, door Hem, ALLE dingen [letterlijk: HET AL] verzoenen zou tot Zichzelven, hetzij de dingen, die op de aarde, hetzij de dingen die in de hemelen zijn.’
1Korinthiërs 15:22:
‘Want gelijk zij ALLEN in Adam sterven, alzo zullen zij ook in Christus ALLEN levend gemaakt worden.’
Als ik dit naar voren breng, krijg ik meestal als tegenwerping Johannes 3:16 te horen:
‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, NIET VERLOREN GAAT, maar het eeuw-ige leven hebbe.’
Men geeft daarmee aan dat de redding van allen in strijd is met het feit dat er mensen verloren gaan. Blijkbaar gaan er dus mensen verloren en ontvangen geen eeuw-ig leven. Het woord dat hier vertaald is met eeuw-ige is het Griekse woord aionios. Het bijvoeglijke naamwoord van aion. Wat is dat, eeuw-ig leven?
Lucas 18:30:
‘Die niet zal veelvoudig weder ontvangen in dezen tijd, en in de toekomende EEUW het EEUW-ige leven.’
Het eeuw-ige leven is dus het leven van de toekomende eeuw. Is dat eindeloos? Nee, want een eeuw is een tijdperk en heeft een begin en een einde. Gaan er mensen verloren? Ja, er zijn mensen die verloren gaan voor de toekomende eeuw, maar dat is niet het laatste wat er plaats zal vinden. In de Bijbel wordt het verlorene namelijk ALTIJD gevonden.
Overigens legt ook het vers dat na het bekende Johannes 3:16 komt, uit wat Gods doel is:
Johannes 3:17:
‘Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar OPDAT DE WERELD DOOR HEM ZOU BEHOUDEN WORDEN.’
De Bijbel leert dat elk mens God zal erkennen en van harte belijden dat Jezus Christus Heer is!
Filippenzen 2:10-11:
‘Opdat in den Naam van Jezus zich zou buigen alle knie dergenen, die in den hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn. En alle tong zou belijden, dat Jezus Christus de Heere zij, tot heerlijkheid Gods des Vaders.’
Op meerdere plaatsen wordt de vergelijking met Adam en Christus gemaakt. Zoals ooit ALLE mensen in Adam zondaar werden en sterven, zo worden ALLE mensen in Christus (de laatste Adam) gerechtvaardigd en levend gemaakt.
1Korinthiërs 15:22:
‘Want gelijk zij ALLEN in Adam sterven, alzo zullen zij ook in Christus ALLEN levend gemaakt worden.’
Romeinen 5:18:
‘Zo dan, gelijk door één misdaad de schuld gekomen is over ALLE MENSEN tot veroordeling; alzo ook door één rechtvaardigheid komt de genade over ALLE MENSEN tot rechtvaardigmaking des levens.’
De vergelijking tussen Adam en Christus maakt duidelijk dat het écht om alle mensen gaat, niemand uitgezonderd.
Er zijn nog heel wat vijanden die overwonnen en onderworpen moeten worden, maar:
1Korinthiërs 15:26:
‘De laatste vijand, die te niet gedaan wordt, is de dood.’
De dood wordt teniet gedaan, … opdat God zij alles in ALLEN! (1Korinthiërs 15:28). Welke ALLEN? Dezelfde ALLEN als in vers 22, ALLEN die in Adam zijn gestorven en in Christus ALLEN levend gemaakt worden.
DAT is het evangelie!