Paulus moedigt ons in twee parallelle teksten in Efeze en Kolossenzen aan om elkaar genade te schenken (Grieks: charizomai). Dat komt in de meeste vertalingen niet uit de verf, omdat zij vertalen met vergeven. Maar vergeven is iets anders dan genade schenken. Bij vergeving denken we aan vergiffenis of kwijtschelding. Maar genade schenken is veel meer. Het is de ander begunstigen, iets geven: blijdschap namelijk. Dat zet deze teksten dan ook in een heel ander licht:
Efeze 4
32 maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en welwillend, en schenk elkaar genade, zoals ook God in Christus jullie genade geschonken heeft.
Kolossenzen 3
13 Verdraag elkaar en schenk genade de een de ander, als iemand tegen iemand anders een klacht heeft; zoals ook de Heer jullie genade schenkt, zo ook jullie.
genade geschonken
In beide verzen wordt gezegd dat wij genade kunnen bewijzen, omdat wij ook genade van God in Christus ontvangen hebben. Wat geeft God ons dan, hoe begenadigd Hij ons? Wat ontvangen wij van Hem? Paulus geeft hierop een antwoord in de Romeinen brief, waar hij ook weer dit woord charizomai gebruikt.
Romeinen 8
32 Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook samen met Hem niet alle dingen genadig schenken?
alles
Wij ontvangen samen met Christus: alles, alle dingen! Wij zijn nu al gezegend met elke geestelijke zegen in de hemel in Christus (Ef.1:3), maar ook in de toekomst zullen wij in zijn positie delen. Hij is immers het Hoofd en wij als ecclesia zijn het lichaam van Christus, waaraan het (heel)al wordt onderworpen (Ef.1:22-23). Met Hem ontvangen wij dus letterlijk alles! Wie zo rijk is en daar besef van heeft, kan van die rijkdom uitdelen. We zouden elkaar genade schenken, dat wil zeggen: wijzen op Hem en wat Hij ons geeft in Christus!