Het principe, dat gelijkenissen spreken over de verborgenheden van het Koninkrijk, wordt alleen bij de eerste vermelding van gelijkenissen in de Schrift genoemd. We vinden het, naast Mattheüs 13:11, alleen nog in de parallelteksten in Marcus 4:11 en Lukas 8:10. Daarna wordt dit dan ook niet meer herhaald, hoewel we wel andere aanwijzingen hiervan vinden. Bijvoorbeeld in de gelijkenis van de ponden. Daar lezen we:
Lukas 19
11 En horende deze dingen, voegde Hij daarbij een gelijkenis, omdat Hij dicht bij Jeruzalem was, en zij meenden, dat het koninkrijk van God ogenblikkelijk openbaar zou worden.
openbaar vs verborgen
Omdat de discipelen dachten dat het Koninkrijk van God op het punt stond openbaar te worden, vertelt de Heer hen een gelijkenis, de gelijkenis van de ponden, die we dan ook in het vervolg van Lukas 19 beschreven vinden.
Deze gelijkenis spreekt dus, net als de andere gelijkenissen, niet over het openbaar worden van het Koninkrijk, maar over het feit dat het Koninkrijk verborgen zou worden en over de periode dat de Heer afwezig zou zijn (Luk.19:12).
horende niet horen
Gelijkenissen werden door de Here Jezus verteld, opdat het volk ‘horende zou horen, maar het niet begrijpen’ (Matth.13:13). We vinden geestelijke waarheden en illustraties verborgen in gelijkenissen omtrent een verborgen Koninkrijk.
De verwachting voor Israël betrof een geopenbaard Koninkrijk. Zij wilden niet dat de gezonden Messias, Jezus Christus, Koning over hen werd (Luk.19:12). Daarom werd de boodschap voor hen verborgen en de verwachting die zij hadden, het geopenbaarde Koninkrijk, werd van hen weggenomen (Matth.13:12). Het Koninkrijk werd een verborgen Koninkrijk.
delend in Zijn Koningschap
Wij maken deel uit van dat verborgen Koninkrijk. Maar op een bijzonder manier. Ons leven is samen met Christus verborgen in God (Kol.3:3). Wanneer Hij zal verschijnen, dat wil zeggen: openbaar worden, zullen wij met Hem verschijnen in heerlijkheid (Kol.3:4)! Christus zal als Koning heersen en alles onderwerpen (1 Kor.15:28). Alle vijanden zal Hij onderschikken (1 Kor.15:25-26).
Hoofd en lichaam
Christus is het Hoofd van de ecclesia, die Zijn lichaam is (Ef.1:22-23; Kol.1:12) en wij zullen als Zijn ecclesia delen in Zijn functie en positie. Wij zullen samen met Hem hemel en aarde als lotbezit ontvangen (Ef.1:10-11). Hij is niet onze Koning, maar ons Hoofd en als Zijn lichaam, zullen wij met Hem delen in Zijn Koningschap.
Kolossenzen 1
13 Hij heeft ons verlost uit de macht van de duisternis en overgebracht in het Koningschap van de Zoon van Zijn liefde.