De eerste woorden die we van Jezus vinden opgetekend in de bijbel, sprak Hij uit op twaalfjarige leeftijd. Hij was met zijn ouders in Jeruzalem om daar het feest van Pascha te vieren. Op de terugweg dachten Jozef en Maria dat Hij onder familie en bekenden was, maar toen zij Hem zochten, bleek Hij daar niet te zijn. Ze keerden terug naar Jeruzalem en vonden Hem vervolgens in de tempel temidden van leraren, om hen te horen en vragen te stellen. En dan lees je:
Lukas 2
49 En Hij zei tegen hen: Waarom hebt u Mij gezocht?
Wist u niet dat Ik moet zijn in de dingen van Mijn Vader?
onderzoeken
Veel gelovigen lijken niet geïnteresseerd in de bestudering van Gods woord. Maar God is onze Vader en hoe zouden wij anders bezig zijn in de dingen van onze Vader dan door het onderzoeken van de Schrift? Jezus was als mens al op Zijn twaalfde met die dingen bezig.
Wat we dan ook verder in de evangeliën over Hem beschreven vinden, is een houding in afhankelijkheid van Zijn Vader en gericht op Gods woord en beloften. Zoals de woorden die we vinden bij de verzoeking door de duivel in de woestijn, aan het begin van Zijn publieke optreden. Drie keer wijst Hij de Satan op de dingen van Zijn Vader: “er staat geschreven”. En bijzonder in dit verband zijn ook Zijn laatste woorden voordat Hij stierf:
Johannes 19
30 (…) Het is volbracht!
het geloof van Christus
Natuurlijk wijzen deze woorden op het lijden dat de Heer had volbracht, maar het wijst ook op Zijn loopbaan in geloof die Hij voleindigd had. Hij kende Zijn roeping en wist wie Hij was en welke weg Hij moest gaan. Die kende Hij uit het woord van God. Hij wist dat Hij zou sterven en dat God Hem zou opwekken uit de dood. Wat in de Schriften voorzegd was over Hem, had Hij volbracht. Wij mogen leven uit dat geloof van Jezus Christus.
Psalm 27
4 Eén ding heb ik van de JAHWEH verlangd,
dát zoek ik
dat ik wonen mag in het huis van JAHWEH,
al de dagen van mijn leven,
om de aangenaamheid van JAHWEH te aanschouwen
en te onderzoeken in Zijn tempel.