In de vorige blog zagen we dat er voor het Joodse volk een tijd zal aanbreken, die op het eerste gezicht geweldig lijkt. De fel begeerde offerdienst, die nu al bijna 2000 jaar stil ligt, zal hervat worden. We kunnen ons de euforie die dit teweeg gaat brengen gemakkelijk voorstellen. Waarschijnlijk zal men hierdoor zelfs denken dat de Messiaanse tijd is aangebroken. De ruiter op het witte paard uit Openbaring 6:2 lijkt immers als twee druppels water op die andere Ruiter op het witte paard uit Openbaring 19:11, die onmiskenbaar een voorstelling is van de Messias.
korte tijd
Maar het zal eindigen in een anticlimax. De mens van de wetteloosheid zal de offerdienst staken en de tempel ontwijden door zichzelf te laten aanbidden, dat hij god is (2 Thess.2:4). Wanneer deze gruwel plaatsvindt en er een afgodsbeeld in de tempel staat, is het tijd om zo snel mogelijk het land te verlaten.
16 …laten dán degenen, die in Judea zijn, vluchten naar de bergen.
korte tijd
Het plaatsen van de gruwel in de heilige plaats luidt de periode van grote verdrukking in voor Israël. Op het moment dat men dát ziet, is er blijkbaar nog maar een hele korte tijd om te vluchten, het land uit. Het gaat hier over degenen die in Judea zijn, het Joodse land. De grote verdrukking is een verdrukking voor Israël. Ook deze vlucht vinden we beschreven in Openbaring. Daar wordt Israël voorgesteld als een vrouw.
Openbaring 12
6 En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats heeft, die door God gereed gemaakt is, opdat zij haar daar voeden, twaalfhonderd zestig dagen.
een gereserveerde plaats
Het Joodse volk krijgt de kans om te vluchten naar de woestijn. Daar is voor haar van Godswege een plaats bereidt, waar zij verzorgd wordt tijdens de 1260 dagen van de grote verdrukking. Maar de tijd dat men kan vluchten zal zeer kort zijn. Blijkbaar is die mogelijkheid er daarna niet meer en zal op enige wijze het land “op slot” gaan.
17 Wie op het dak is, laat hij niet afdalen om vanuit zijn woonhuis iets op te pakken!
18 En wie in het veld is, laat hij niet omkeren naar achteren om zijn bovenkleding te pakken!
19 En wee de zwangeren en de zogenden in die dagen.
20 En bid dat jullie vlucht niet in de winter plaatsvindt, en ook niet op een sabbat.
21 Want dán zal er een grote verdrukking zijn…
wee
Er is slechts weinig tijd om te vluchten. Ga, zodra je de gruwel ziet staan in de heilige plaats! Keer niet terug om je jas te pakken, elke seconde telt.
Het wee is een uitroep van verdriet en smart. Zwangere vrouwen en zij die borstvoeding geven, zijn immers minder mobiel en snel. In de winter zijn wegen slechter begaanbaar en op sabbat liggen zaken zoals openbaar vervoer stil in Israël. Allemaal omstandigheden die vertragen en haast is geboden, want de grote verdrukking vangt aan!
de ecclesia en gelovig Israël in veiligheid
Zowel de ecclesia, het lichaam van Christus, als degenen uit Israël die gehoor geven aan de oproep om te vluchten, zullen in veiligheid gebracht worden en bewaard worden voor de grote verdrukking. De ecclesia wordt weggerukt tot God en Zijn troon (Opb.12:5) en neemt haar positie in om samen met haar Hoofd de heerschappij op zich te gaan nemen. De vrouw, het gelovig overblijfsel uit Israël wordt bewaard buiten het land, in de woestijn. Waar dat precies is, zien we in een volgende blog.