Het boek van de Psalmen is opgebouwd uit vijf boeken en kent prachtige structuren. Een ieder die zich daar wel eens in verdiept heeft, zal onderkennen dat die van een Goddelijk design zijn. Het boek eindigt groots, in Psalm 150, de laatste Psalm, wordt beschreven hoe aan het einde alles wat adem heeft God zal loven.
de Man
Psalm 150 is een bekende Psalm, maar ook de eerste Psalm is bekend. In het eerste vers van de Psalmen wordt de Man voorgesteld die vreugde heeft in de wet (>Torah = onderwijzing) van JAHWEH en die deze woorden dag en nacht overdenkt. Uit de beschrijving van deze Psalm blijkt dat deze Man er slechts één kan zijn, de Messias: Jezus Christus. Van Hem wordt dan ook gezegd:
Psalm 1
3 …en in alles wat Hij doet, zal hij voorspoedig zijn.
Of zoals andere vertalingen zeggen: al wat hij doet, zal goed gelukken. Daarom is het dan ook dat we helemaal aan het einde van de Psalmen in het laatste vers, lezen:
Psalm 150
6 Alles wat adem heeft zal JAHWEH lofprijzen. Halleluja!