De gebeurtenissen die we vinden in Handelingen 2 op de Pinksterdag zijn erg bekend. Het feit dat Joodse pelgrims uit de hele wereld de discipelen hoorden spreken in hun eigen talen, is de aanleiding voor Petrus om een lange toespraak te houden. In dit betoog refereert Petrus aan diverse passages uit de Hebreeuwse bijbel, met voorzeggingen over de Messias en Zijn Koninkrijk.
In dit tweede deel vooral aandacht voor het deel van de toespraak waarin Petrus aantoont dat de Psalmen, zoals die zijn opgetekend door David, spreken van Christus, de Zoon van David.