1 Kor.13:11-12 –> van onmondige tot volwassenheid

De fase van de geestelijke gaven vergelijkt Paulus met de fase van een onmondige of kind. Niets mis mee en nodig in de ontwikkeling, maar zodra de volwassenheid is bereikt, leg je dat kinderlijke af. Zo ook met betrekking tot de gaven. Wanneer zij hun functie vervuld hadden en het woord tot compleetheid was gekomen, waren de gaven niet meer nodig en zouden ophouden.