1 Kor.4:3-5 –> Hij die mij oordeelt, is de Heer

Voor Paulus telde slechts dat hij als beheerder van Gods geheimen betrouwbaar gevonden werd door de Heer. Daarom maakte hij zich niet druk om wat de Korinthiërs van hem vonden, maar ook niet over gerechtelijke vonnissen over hem. Paulus oordeelde zelfs zichzelf niet. Elk oordeel dat plaatsvindt voordat Degene oordeelt die alles aan het licht brengt, ook de verborgen motieven van het hart, is een oordeel waarin niet alles wordt meegenomen. Gebrekkig dus, maar ook met recht een voor-oordeel.