Het allergrootste en meest fundamentele thema van de Schrift is dat er één God is. Eerder wees ik op de Joodse geloofsbelijdenis van de ene God uit Deut.6:4. Ook de Heer Jezus onderschreef deze waarheid van de ene God (Marc.12:28-32). God is de Schepper van alles, alle dingen bestaan door Hem en alles heeft zijn bestemming in Hem.
Romeinen 11
36 Want vanuit Hem en door Hem en tot in Hem zijn alle dingen: aan Hem is de heerlijkheid tot in de aeonen! Amen!
lofzang
We zouden ons goed moeten beseffen dat de woorden die Paulus hier schrijft, onderdeel zijn van een lofzang op God (11:33-36). Deze lofprijzing is de afsluiting van de eerste 11 hoofdstukken van de Romeinen brief, wat men ook wel het leerstellige deel van de brief noemt. Maar het is met name een reactie op het direct voorafgaande, waarin Paulus spreekt over het ongeloof van Israël. Door hun misstap ging redding naar de natiën (11:11). Juist deze verwerping van Israël, gebruikt God tot de verzoening van de wereld (11:15)! En ook Israël zal niet ongelovig blijven, maar herleven en via hen zullen de volkeren gezegend worden (11:15). Het is God die deze ongehoorzaamheid bewerkt, om Zijn geweldige plan met heel Zijn schepping uit te werken.
32 Want God sluit allen samen op in ongezeglijkheid, om zich over allen te ontfermen.
van dood naar leven!
Eerst waren de natiën ongehoorzaam of ongezeglijk, nu is Israël dat. Maar het is Gods doel om zich over allen te ontfermen. En dat is zo onvoorstelbaar mooi, dat Paulus uitbarst in een lofzang. God gaat een weg met Israël, die een doodlopende weg lijkt te zijn. Israël is terzijde gesteld en hun positie nu wordt bijvoorbeeld geïllustreerd als een dal met doodsbeenderen (Ez.37:1) en zij zijn in het graf (Ez.37:12). Maar Israël zal herleven (Ez.37:14). En juist in deze tussentijd dat Israël in het graf is, maakt God via de apostel Paulus bekend dat de dood teniet gedaan zal worden en onvergankelijk leven het deel zal worden van elk schepsel ( 1 Kor.15:22,26; 2 Tim.1:10). Gods plan is zo geweldig groots, dat kan geen mens bedenken!
33 O, diepte van rijkdom en van wijsheid en van kennis van God! Hoe onnavorsbaar zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen!
34 Want: wie kende het denken van de Heer? Of: wie werd Zijn adviseur?
35 Of: wie geeft eerst aan Hem, en het zal aan hem terugbetaald worden?
36 Want vanuit Hem en door Hem en tot in Hem zijn alle dingen: aan Hem is de heerlijkheid tot in de aeonen! Amen!
soeverein
De wegen die God met mensen gaat, zoals Farao (Rom.9:17) of met volken, zoals Israël (Rom.11:1), zijn onnavolgbaar en ondoorgrondelijk. Niemand kent Zijn denken en Hij heeft daarin niemand nodig, zodat Hij iemand iets verschuldigd zou zijn. Hij is God, almachtig en autonoom in al Zijn handelen. En juist dat is de garantie voor de goede afloop.
aan Hem de heerlijkheid!
Alles is vanuit Hem: Hij is de Schepper en Oorsprong van alles. Alles is door Hem: alle dingen bestaan door Hem. En alles is tot in Hem: alles heeft zijn doel en bestemming in Hem. De wegen die Hij daar in gaat, zijn Zijn wegen en die kunnen wij vaak niet bevatten. Maar alles zal tot Zijn eer blijken te zijn: aan Hem is de heerlijkheid tot in de aeonen!