15. wat is het evangelie? -> …vooral van gelovigen (2)

God is de Redder van alle mensen, zegt Paulus in 1 Tim.4:10. Hij heeft alle mensen op het oog en zal met alle mensen tot Zijn doel komen. Verzoening, rechtvaardiging en levendmaking voor allen! Maar er is een bijzondere groep, die nu al deel heeft aan die redding en daarom zegt Paulus erachteraan: vooral van gelovigen.

geheim
Maar wat betekent dit? Wat is die speciale positie van gelovigen in onze tijd? Daar zou een heel uitgebreid antwoord op gegeven kunnen worden, want over dit onderwerp spreken alle brieven van Paulus. Paulus noemt dit het geheim(enis), of: de verborgenheid. De gelovigen uit de natiën in deze tijd hebben de hoogste positie die God geeft. Zij delen namelijk in alles wat God aan Zijn Zoon, Christus Jezus, geeft. Nu nog ‘in geest’ (Ef.3:5-6) en dus verborgen, maar in de toekomst met Hem geopenbaard in heerlijkheid (Kol.3:4)

redding
Redding
heeft in de Schrift een bredere betekenis dan waarin wij het meestal toepassen. Zo kan een mens gered worden van ziekte (Matth.9:21-22; Marc.10:52), van zonde(n) (Matth.1:21; 1 Tim.1:15), van grote verdrukking (Matth.24:22), voor Zijn hemels Koninkrijk (2 Tim.4:18), voor de komende aeonen (Ef.2:7-8), enz. Maar altijd heeft het direct of indirect te maken met redding van vergankelijkheid en dood (Marc.5:23; Hebr.5:7; Matth.8:25; Hand.27:20).

nu
God is de Redder van alle mensen. Hij gaat alle mensen onvergankelijk leven geven en redden van vergankelijkheid en dood (1 Kor.15:22; 2 Tim.1:10), maar gelovigen hebben die redding nu al ontvangen. Zij zijn samen met Christus opgewekt (Ef.2:7) en hebben dat nieuwe leven nu reeds ontvangen en mogen daarin wandelen (Rom.6:4).

de komende tijdperken
Zij die niet geloven, zullen in onvergankelijkheid worden levend gemaakt aan het einde van de aeonen (>tijdperken). Zij zullen geen deel hebben aan het Koninkrijk, niet op aarde (Matth.19:24-25, 24:13) en niet in de hemel (2 Tim.4:18; Kol.1:13). Zij zullen de komende aeonen ‘doorbrengen’ in de dood. Ook daarin zijn gelovigen dus bevoorrecht. Vóórdat allen worden levend gemaakt, delen zij al in het leven van de toekomende aeonen, dat is aeonisch leven. (dat wat meestal met ‘eeuwig leven’ wordt vertaald is het leven van die toekomende aeonen [>eeuwen], zie Luk.18:30). Daarom zegt Paulus in 1 Tim.4:10: vóóral van gelovigen.

voor-hoop
Ook op andere plaatsen spreekt Paulus hierover. Zo heeft hij het in Ef.1:12 letterlijk over wij, die een voor-hoop hebben in Christus. In dit gedeelte staat ook wat ons deel en onze taak is in de toekomende tijdperken.

Efeze 1
8 (…) In alle wijsheid en verstandigheid 9 maakt Hij aan ons het geheim van Zijn wil bekend, naar Zijn welbehagen, dat Hij Zich voornam in Hem,
10 tot beheer van de volheid van de tijdperken, het al onder één Hoofd samen te brengen in de Christus, zowel wat in de hemelen als wat op de aarde is.
11 In Hem, in wie ook ons lotsdeel werd toebedeeld, naar het voornemen van Hem, die alles inwerkt naar de raad van Zijn wil.
12 opdat wij zouden zijn tot lof van Zijn heerlijkheid, wij, die een vóór-hoop hebben in de Christus.

het geheim van Gods wil
Paulus maakt hier het geheim van Gods wil bekend. Totdat Paulus dit openbaarde, was het verborgen gebleven. God gaat ter completering van de tijdperken het (heel)al samenbrengen onder de Christus. Alles in de hemelen en op aarde zal aan Hem onderschikt worden. Dat op zich, was geen geheim, want dat vinden we al in de Hebreeuwse bijbel. Maar wat Paulus onthult wat tot dan toe verborgen was gebleven, is dat de Christus niet alleen Christus Jezus betreft, maar allen die Hem nu toebehoren. Zij zijn de ecclesia, het lichaam van Christus (Ef.1:22-23) en delen in alles wat aan Hem beloofd is (Ef.3:6). Ook dat is dus een voorrecht van degenen die nu al geloven, of zoals Paulus het zegt in Ef.1:12: wij, die een vóór-hoop hebben in de Christus.
Als Christus de dood teniet gaat doen (1 Kor.15:26; 2 Tim.1:10) en allen gaat redden, zullen zij die behoren tot het lichaam van Christus in dat werk betrokken zijn.

Hem tegemoet
Voordat Gods oordelen over deze aarde komen, zullen wij van de aarde weggerukt worden en Hem  tegemoet gaan in de lucht. Met het nieuwe lichaam dat wij ontvangen, zullen we vanaf dat moment altijd samen met Hem zijn (1 Thess.4:17). Ook hierbij geldt: vooral van gelovigen, want de wegrukking is een redding uit de toekomende toorn (1 Thess.1:10, 5:9; Opb.12:5, 12). Wij verwachten onze Redder.

Filippenzen 3
20 Want ons burgerschap is in de hemelen, van waaruit wij ook de Redder verwachten, de Heer Jezus Christus,
21 die het lichaam van onze vernedering zal veranderen, gelijkvormig aan het lichaam van Zijn heerlijkheid (…)

wegrukking
Onze Redder, Christus Jezus, komt om ons vernederd lichaam te veranderen en het gelijkvormig te maken aan Zijn verheerlijkt (opstandings)lichaam! Dat is het moment van de wegrukking waarnaar wij uitzien. Wij zullen als eerstelingen worden levend gemaakt, zoals de eerstelingen van de oogst ook altijd een aparte positie hebben: vooral van gelovigen. Daarna zal de volledige oogst volgen en zal er niemand ontbreken, want God is de Redder van alle mensen!

2 Thessalonicenzen 2
13 Maar wij zijn verschuldigd God altijd voor jullie te danken, door de Heer geliefde broeders, dat God jullie als eerstelingen heeft verkozen tot redding, in heiliging van geest en in geloof van waarheid.