Richteren 15:2-5 Simson vangt 300 vossen

Simson wordt niet toegelaten in het huis van de vrouw. Zij is aan een ander gegeven. Het is een uitbeelding van Israël dat de Messias afwees en Hem niet toeliet in het huis. In de toekomst zal het volk Israël zich wél verbinden aan een ander. Het is immers de Heer Zelf die zegt dat men iemand zal aannemen die komt in zijn eigen naam (Joh.5:43) en zich zal voordoen als de Christus.

Wat nu volgt, speelt zich af in de dagen van de tarweoogst en dat valt samen met Pinksteren (Lev.23:15-22).

Richteren 15
2 En haar vader zei: Ik zei, zeggend, dat jij haar hatend haatte en ik gaf haar aan jouw metgezel. Is haar jongere zuster niet beter dan haar? Alstublieft! Zij zal voor jou zijn, in haar plaats.
3 En Simson zei tot hen: Ditmaal ben ik onschuldig aan de Filistijnen, wanneer ik hen kwaad doe.
4 En Simson ging en hij greep driehonderd vossen. En hij nam fakkels en hij keerde ze staart aan staart. En hij plaatste één fakkel tussen de twee staarten, in het midden.
5 En hij stak de fakkels in brand en hij zond ze heen in het staande koren van de Filistijnen en hij stak het in brand, vanaf de schoof tot aan het staande koren en tot aan de wijngaard en olijfgaard.

de vrouwen
De bruid is niet meer beschikbaar en Simson krijgt de jongere zuster aangeboden. Als de vrouw een uitbeelding is van Israël, is haar jongere zuster dat ook, maar dan een andere generatie, één die later komt. Ik denk dat dit spreekt van de toekomst waarin het huwelijk tussen de Messias en de vrouw, als uitbeelding van het nieuwe verbond, wél gesloten zal worden. In deze geschiedenis gebeurt dit niet, want Simson is een type van de Heer in Zijn eerste komst.

driehonderd
Van het getal 300 was al eerder sprake in het boek Richteren. Het was Gideon die met een groep van driehonderd mannen de overwinning behaalde. Deze driehonderd mannen worden afgezonderd van Israël en treden samen met Gideon op als één man (6:16) en behalen met hem de overwinning (Rom.8:37). Zij zijn een uitbeelding van Christus en de ecclesia.

Het getal drie spreekt van opstanding en het is opvallend hoe dit getal op verschillende niveaus een rol speelt in de geschiedenis van Simson. Het getal drie op zichzelf, maar ook in tientallen, honderdtallen en duizendtallen:

  • 3 dagen: in drie dagen konden zij zijn raadsel (>verborgenheid) niet verklaren (14:14)
  • 30 metgezellen: Simson had op zijn feest dertig metgezellen (14:11)
  • 300: Simson neemt driehonderd vossen (15:4)
  • 3000: drieduizend man uit Juda komen tot Simson om hem over te leveren aan de Filistijnen (15:11)

3 – 30 – 300 – 3000
Het getal drie wijst ons op de derde dag, waarop Christus opstond. De opstanding van Christus was omgeven door een geheim en dat geheim betreft onze heerlijkheid (1 Kor.2:6-7), zegt Paulus. Wij zouden delen in de heerlijkheid van Christus. Die verborgenheid wordt uitgedrukt in de verschillende niveaus waarin het getal drie genoemd wordt in de geschiedenissen van Simson.
Eerder zagen we al dat de dertig metgezellen van Simson een uitbeelding zijn van de ecclesia. Het raadsel bleef drie dagen verborgen. En in 15:11 zullen we zien dat de drieduizend mannen uit Juda een uitbeelding zijn van het Joodse volk dat haar Messias overleverde. Daardoor werd het Joodse volk terzijde gesteld en ging redding naar de natiën, vanwege Israëls misstap (Rom.11:11).
Dat de natiën via een gelovig Israël zouden worden gezegend, was bekend in de Hebreeuwse Schriften, maar dat de natiën vanwege Israëls verwerping deel zouden krijgen aan de Messias, was een verborgenheid die Paulus mocht bekendmaken (Ef.3:6; 8-9).

Pinksteren
In verband met Pinksteren wordt het getal drieduizend ook genoemd in het boek Handelingen (2:41). Toen God de stenen tafelen van het oude verbond aan Mozes gaf, stierven er drieduizend man (Ex.32:28). Bij de uitstorting van de geest op de Pinksterdag in Handelingen werden er drieduizend man gedoopt, een uitbeelding van opstandingsleven. Deze Pinksterdag markeert de komst van het nieuwe verbond dat aanstaande was. Dat werd onder andere gedemonstreerd door tongen als van vuur (Hand.2:3). Dit vuur is een uitbeelding van het nieuwe verbond en van geest (2 Kor.3:6).

Pinkstervuur
Op het eerste Pinksteren in Handelingen 2 ziet het er hoopvol uit voor Israël. Er is sprake van Pinkstervuur: de geest wordt uitgestort, velen worden gedoopt en komen tot bezinning en er gebeuren grote tekenen (2:43). Maar het boek eindigt in een anticlimax. Paulus die met Pinksteren op weg is naar Jeruzalem (20:16), wordt daar gevangen genomen (Hand.21). Israël verwerpt de opgewekte Christus en uiteindelijk zal in 70 na Chr. de stad Jeruzalem en de tempel in vlammen opgaan. Ook Pinkstervuur dus…