Genesis 41:14-16 Jozef uit de kerker

De schenker herinnert zich Jozef op het moment dat Farao gedroomd heeft en niemand aan zijn hof deze dromen kan uitleggen. Hij doet dan alsnog wat Jozef hem gevraagd had (40:14), namelijk melding maken van Jozef bij Farao. Dit zet een reeks gebeurtenissen in gang die zullen leiden tot Jozefs verhoging.

Genesis 41
14 En Farao zond en hij roept Jozef. En zij doen hem haastig uit de kerker komen; en hij scheert zich en hij verandert zijn kledingstukken, en hij komt bij Farao.
15 En Farao zegt tot Jozef: Ik heb een droom gedroomd, en er is niemand, die hem uitlegt. En ik heb gehoord dat over jou gezegd wordt: Jij hoort een droom en jij legt hem uit
16 En Jozef antwoordt Farao, zeggend: Ik ben het niet, God antwoordt op Farao’s welzijn.

kerker
Men laat Jozef haastig uit de kerker komen. Het woord voor kerker is een ander woord dan we bijvoorbeeld in Gen.39:20 vinden en daar vertaald wordt met gevangenis. Het woord dat hier vertaald wordt met kerker, is hetzelfde woord als in Genesis 37 zeven keer wordt gebruikt voor de put waarin Jozef wordt gegooid. Een kerker is een ondergrondse gevangenis. De kerker is hier een uitbeelding van het graf waaruit Jozef verrijst en het verwijst naar de opgewekte Christus.

oude en nieuwe mens
Ook het veranderen van kleding is in de Schrift een bekend beeld van opstanding. Zoals oude kleding wordt afgelegd en nieuwe kleding wordt aangedaan, zo zouden wij de oude mens afleggen en de nieuwe mens ‘aantrekken’. Het oude past ons niet meer (Ef.4:22-24; Kol.3:9-10). Wij zijn met Christus gestorven (Rom.6:6,8) en opgewekt en daarom wandelen wij in het nieuwe leven: wij hebben Christus ‘aangetrokken’ (Gal.3:27)