Mattheüs 24 en 25: inleiding (1)

Mattheüs 24 is een bekend hoofdstuk, waarin we een toespraak vinden van Jezus, die hij houdt in de besloten kring van Zijn discipelen. Sommige vertalingen hebben boven het hoofdstuk gezet: Rede over de laatste dingen (NBG/Telos). In de Engelstalige wereld is dit gedeelte vooral bekend onder de naam: The second sermon on the mount (>de tweede bergrede).

Koninkrijk
Deze laatste benaming koppelt dit betoog van Jezus aan Zijn eerdere Bergrede, die we vinden in Mattheüs 5 en 6. Beiden spreken over de komst en vestiging van het Koninkrijk (Matth.5:3, 6:10, 24:14, 25:1,34). Dat Jezus deze toespraken houdt op een berg, is dan ook illustratief, want een berg staat model voor de Koning (Opb.17:9-10), of het Koninkrijk. Een berg is een hoge plaats en het is een voorstelling van hoe het Koninkrijk van de hemelen vanuit de hemel zal worden gevestigd op aarde (Dan.2:44-45).

verborgen
In het feit dat de Heer Zich terugtrekt met Zijn discipelen en deze uiteenzetting in de besloten kring van Zijn volgelingen houdt, zien we uitgebeeld dat het Koninkrijk voor Israël niet openbaar zou worden, maar verborgen. De Heer verlaat de stad Jeruzalem en maakt Zijn plannen slechts bekend aan een select gezelschap, op een berg, in de hoogte. Een schitterend type van de positie van Christus nu en degenen die bij Hem horen (Kol.3:1-3). Deze dingen worden dus niet alleen gezegd in het Mattheüs evangelie, maar ook geïllustreerd, zoals hier.

uit het huis, naar de zee
Maar ook eerder in Mattheüs 13 zien we dit, bijvoorbeeld als Jezus uit het huis gaat en gaat zitten bij de zee (:1). Hij stapt in een schip en spreekt de menigte op het land toe vanaf de zee (:2). Hij doet dit door gelijkenissen, die de geheimen van het Koninkrijk van de hemelen worden genoemd (:11). De gelijkenissen spreken over de periode waarin het Koninkrijk verborgen zou zijn en de Heer zegt dat niet alleen in woorden, maar ook in Zijn handelen, illustreert Hij dit.

Christus onder de natiën
Hij zou het huis van Israël verlaten en zich wenden tot de natiën, waarvan de zee een uitbeelding is (Opb.17:15). In deze huidige tijd staat Israël terzijde en is Christus onder de natiën. Het woord van God wordt dan ook vanuit de natiën (>de zee) gesproken tot het Joodse volk (>het land).
Deze periode was bij de Hebreeuwse profeten verborgen (Ef.3:9; Kol.1:26) en is een omkering van zaken, die eerder voorzegd waren, want de Hebreeuwse profeten profeteerden dat het Koninkrijk zou beginnen bij Israël en via Israël gevestigd zou worden over de hele aarde (Dan.2:35; 7:18,27).

onderbreking
Het is natuurlijk niet zo dat God deze beloften niet vervult. Dit zal in de toekomst alsnog gebeuren, na de tot dan toe geheime periode van onderbreking in Gods handelen met Israël. In de huidige tijd verzamelt God Zich een volk uit alle natiën (Hand.15:14): de ecclesia, het lichaam van Christus (Ef.1:22-23, 3:6).