Jozef heeft aan Farao uitgelegd wat de betekenis is van zijn dromen, maar hij laat het daar niet bij. Hij geeft Farao meteen advies hoe hij de zeven jaren van overvloed zou benutten, om de zeven jaren van hongersnood die daarop volgen, door te komen.
Genesis 41
32 En dat de droom tot twee keer toe aan Farao herhaald is, wil zeggen, dat de zaak bij de God vaststaat, en dat de God haast maakt om het te doen.
33 En nu, laat Farao zien naar een verstandig en wijs man, en laat hij hem aanstellen over het land van Egypte.
34 Laat Farao dit doen: laat hij zorgen voor opzichters over het land, en laat hij een vijfde nemen van het land van Egypte in de zeven jaren van de overvloed.
35 En dat zij al het voedsel bijeenbrengen van deze goede jaren die komen, en dat zij koren ophopen onder de hand van Farao, als voedsel in de steden, en dit bewaken.
36 En het voedsel zal tot voorraad zijn voor het land in de zeven jaren van hongersnood, die in het land van Egypte zullen komen, opdat het land in de hongersnood niet wordt afgesneden.
een verstandig en wijs man
Jozef geeft Farao het advies om te zien naar een wijs en verstandig man. Zou Jozef op dit moment geweten hebben dat zijn tijd gekomen was? Er was immers aangetoond dat er maar één wijs en verstandig man was en dat was Jozef zelf. Niemand anders in het hele rijk van Egypte kon immers de dromen uitleggen. Jozef handelde natuurlijk niet vanuit eigen wijsheid, maar hij was een wijs en verstandig man, omdat hij op zijn God vertrouwde. Een geweldig voorbeeld voor ons, want “een ieder die op Hem vertrouwt (gelooft) zal niet beschaamd worden” (Rom.10:11).
genade
In de volgende verzen zullen we lezen dat Jozef verhoogd wordt door Farao en zijn ideeën mag uitvoeren. In deze periode van overvloed slaat hij koren op (:49), zodat er later brood genoeg zal zijn in Egypte (:54). Jozef is hierin een type van de verhoogde Christus. Bekend en erkend onder de natiën, maar nog verborgen voor het huis van Israël. Deze verborgen periode wordt door Paulus de huishouding (of: het beheer) van de genade van God genoemd (Ef.3:2). Er is Woord in overvloed en dit woord wordt gekenmerkt door genade. Dat is ook waar de vijf van spreekt.
onvoorwaardelijk
De vijf spreekt in de Schrift van verborgen dingen en van genade. Zoals de vier de aardse dingen kenmerkt: de vier hoeken van de aarde en de vier winden (=windrichtingen), zie Opb.7:1. De vijf volgt daarop en gaat voorbij aan de zichtbare dingen en spreekt dan ook van verborgenheden.
Het mooiste voorbeeld daarvan vinden we wellicht in de geschiedenis van Abraham en Sarah. Zij heetten eerst Abram en Sara, maar God gaf hun toen Hij hen zijn onvoorwaardelijke beloften gaf, beiden een nieuwe naam: Abraham en Sarah (Gen.17:5,15). Beiden ontvingen de letter Hee in hun naam. Letters in het Hebreeuws zijn ook cijfers en de letter Hee is de vijfde letter van het Hebreeuwse alfabet en heeft een getalswaarde van vijf. Het ontvangen van onvoorwaardelijke beloften is genade en dat demonstreerde God door hen een nieuwe naam te geven.
vijf broden
De vijf komen we dan ook de hele Schrift door tegen en telkens spreekt het van genade, van Gods beloften, de overwinning op de tegenstander, enz. Zoals in de geschiedenis van de wonderbare spijziging waar Jezus vanaf een berg (een verhoogde positie) met vijf broden en twee vissen een menigte van vijfduizend te eten geeft (Joh.6:1-15) en deze in groepen verdeeld van vijftig (Luk.9:14). Ook daar is, net als in de geschiedenis van Jozef, sprake van overvloed, want er blijft voldoende over.
(de Zoon van) David
Of wat dacht u van David, die eens bij de priester Achimelech kwam en vijf toonbroden vroeg om zijn manschappen te voeden (1 Sam.21:3). David, die zich verborgen had in de spelonk van Adullam en waar zich een heel volk rondom hem had verzameld van allemaal buitenstaanders (1 Sam.22:1-2). Zij worden gevoed en geleid door David, buiten de maatschappij. Herkent u daarin de ecclesia? Uitgeroepen uit deze wereld, geleidt door de Zoon van David. Hij voorziet ons van het levende woord van Gods genade, in overvloed. Het is overigens dezelfde David, die daarvoor al vijf stenen uitzocht om de tegenstander te verslaan (1 Sam.17:40).
het vijfde Koninkrijk
Tenslotte, zonder de bedoeling te hebben volledig te zijn. In Daniël 2 heeft (ook) Nebukadnezar een droom. Deze wordt uitgelegd door Daniël. De droom gaat over vier koninkrijken die worden uitgebeeld in goud, zilver, koper en ijzer en leem. Deze koninkrijken zijn aards en tijdelijk en zullen worden verpulverd en opgevolgd door het vijfde en definitieve Koninkrijk van de Messias. Ook deze vijfde wordt uitgebeeld door een steen (:34,35,45).