Van Jozef wordt vaak gezegd dat hij onderkoning van Egypte werd. En hoewel we dat woord niet letterlijk terugvinden in de geschiedenis, is dat wel het idee. Farao geeft Jozef de volledige heerschappij en volmacht. Jozef is vanaf dat moment bevoegd om namens de Farao op te treden.
Genesis 41
42 En Farao neemt zijn ring van zijn hand en hij doet hem aan Jozefs hand. En hij laat hem kleden met linnen kleding, en hij hing een gouden ketting om zijn hals.
43 En hij doet hem rijden op de tweede strijdwagen die hij had; en zij roepen voor hem uit: Kniel! En hij stelde hem over het gehele land van Egypte.
44 En Farao zegt tot Jozef: Ik ben Farao, maar zonder jou zal niemand in het gehele land van Egypte zijn hand of zijn voet opheffen.
gekroond met eer en heerlijkheid
Ook hierin is Jozef een voorbeeld van Christus, aan wie alle macht gegeven is (Matth.27:18). Bedenk hierbij dat de verhoging van Jozef zich afspeelt buiten het zicht van het huis van Jakob. Jozef wordt gekroond met eer en heerlijkheid en alles wordt aan hem onderschikt (Hebr.2:7-8), maar het huis van Israël heeft hier nog geen weet van.
ring
Een ring kennen wij als een beeld van onvergankelijkheid. Daarom worden bij een huwelijk trouwringen uitgewisseld, als beeld dat een huwelijk bij het leven van de huwelijkspartners niet beëindigd zou worden (Rom.7:2). De vorm van de ring is een cirkel en is daar als oneindige lijn, de uitdrukking van. In de tabernakel is er een aantal keren sprake van ringen (o.a. Ex.25:12; 28:23). In de bijbel is de ring ook een symbool van koninklijk mandaat (Esther 3:10,12; 8:2,8; Dan.6:18).
gouden ketting
Ook bij de gouden ketting moeten we denken aan koningschap. Daniël krijgt een gouden ketting om zijn hals om zijn koninklijke positie te bevestigen (Dan.5:7,16 en 29). Goud is een edelmetaal dat niet roest en niet aan bederf onderhevig is en daarmee ook een uitbeelding van onvergankelijkheid.
linnen kleding
Jozef krijgt linnen kleding. Dit was de kleding van de hogepriester (Ex.28). Het spreekt van reinheid en zuiverheid. De hogepriester onder het oude verbond is een voorafschaduwing van de ware Hogepriester, Jezus Christus (Hebr.3:1) en linnen is dan ook de hele Schrift door een verwijzing naar de opgewekte Christus (Joh.13:5; 19:40; 20:5-6). Linnen is een lichte stof, die aan de priesters werd gegeven, opdat zij niet zouden zweten (Ez.44:18). Het drukt uit dat de mens niet zou werken, maar zou rusten in het volbrachte werk van Christus Jezus, de koning én hogepriester naar de orde van Melchizedek (Hebr.7:1,21)