Het vorige hoofdstuk eindigde met de mededeling dat de schenker Jozef vergat. Je vraagt je af hoe dat mogelijk was. De schenker had de dood in de ogen gekeken, had een droom gedroomd en Jozef had deze droom uitgelegd. En het was gebleken dat de uitleg juist was: Jozefs voorzeggingen voor de schenker en bakker waren uitgekomen. Maar het was Gods tijd nog niet en er gingen nog twee jaren voorbij (41:1), voordat Jozef uit de gevangenis zou komen. Dan droomt ook Farao en er is niemand onder zijn ‘wijzen’ die de dromen kan uitleggen.
Genesis 41
9 En de overste van de schenkers spreekt tot Farao, zeggend: Vandaag word ik aan mijn zonden herinnerd.
10 Farao was toornig op zijn dienaren, en hij plaatste mij in bewaring in het huis van de overste van de lijfwachten, mij en de overste van de bakkers.
11 En wij dromen een droom in één zelfde nacht, ik en hij. Wij droomden, ieder zijn droom met een eigen uitleg.
12 En er was daar bij ons een knaap, een Hebreeër, een slaaf van de overste van de lijfwachten. En wij vertelden ze aan hem, en hij legde ons onze dromen uit; voor ieder legde hij zijn droom uit.
13 En het gebeurde zoals hij voor ons uitgelegd had, zo gebeurde het. Voor mij was het een terugkeer op mijn post, en hij werd opgehangen.
de uitleg is van God
Jozef had aangetoond dat hij niet slechts een slaaf was van Potifar, maar een dienaar van God. Hij had dromen van anderen uitgelegd en deze waren precies uitgekomen. Er is er slechts Één die dat kan (40:8). Nu is Gods tijd gekomen en ook deze keer zal Jozef erop wijzen dat de uitleg van dromen slechts aan God toebehoort.
verduren en geduld
Wat is Jozef een weg van lijden gegaan en wat een voorbeeld is hij hierin voor ons! Over Jozef lezen we geen enkele wanklank in de Schrift. Hij is daarin een schitterend type van Christus, die zonder zonde was. En het geloof van Jozef is een voorafschaduwing van het geloof van Jezus Christus en de weg die Hij ging. Jozef stond op Gods beloften, hij wist dat God ze zou vervullen. Ook al duurde het lang, Jozef ging zijn weg in verduren en geduld, in de kracht van God.
Kolossenzen 1
11 In alle kracht bekrachtigd wordend, in overeenstemming met de macht van Zijn heerlijkheid, tot in al het verduren en geduld, met vreugde dankende de Vader (…)