Als de Heer in Mattheüs 23 het volk Israël een oordeel aanzegt, verklaart Hij dat ze Hem niet meer zouden zien, tot het moment van Zijn verschijning. Vele malen vinden we in de Hebreeuwse geschriften uitgedrukt in woord en in beeld dat God voor hen het aangezicht zou verbergen (Deut.31:17,18; Ez.11:23).
39 … jullie zullen Mij, vanaf dit moment, niet meer zien, totdat jullie zeggen: Gezegend “de Komende” in de naam van de Heer!
Psalm 118
Ook de woorden Gezegend “de Komende” in de naam van de Heer! zijn een citaat uit het oude testament, uit Psalm 118. En eveneens spreekt dit gedeelte van Israëls verwerping van de Messias, dat Israël terzijde zou worden gesteld en het werk dat God doet in de huidige tussentijd.
Psalm 118
22 De steen die de bouwers verwierpen, is de hoeksteen geworden.
In Hand.4:10-11 verklaart Petrus dat de opgewekte Christus deze Hoeksteen is en dat zij, de leidslieden van het Joodse volk, de bouwlieden zijn. Israël verwierp de Messias en de Steen, die zij verworpen hebben, maakt God tot de Hoeksteen van een nieuw bouwwerk: de ecclesia.
23 Dit is van JAHWEH geschiedt en het is wonderlijk in onze ogen.
wonderlijk
De Heer zou wonderlijk met dit volk handelen: wonderlijk en wonderbaarlijk (Jes.29:14). Hij heeft hen een geest van diepe slaap gegeven, heeft hun ogen gesloten en de Schrift voor hen verzegeld (Jes.29:10-12). Het werk dat de Heer nu doet, waarin de verworpen Steen, de Hoeksteen is geworden van een nieuw bouwwerk, is wonderlijk in Israëls ogen. Het is een wonder, zij begrijpen het niet. Denk ook aan het Engelse to wonder, dat zich afvragen betekent. Ze weten niet hoe dit kan.
24 Dit is de dag die JAHWEH gemaakt heeft; laten wij uitbundig jubelen, en laten wij ons daarover verheugen.
25 Och, JAHWEH, geef toch redding! Och, JAHWEH, geef toch voorspoed!
dit is de dag
De dag is de dag dat de verworpen Steen tot Hoeksteen het nieuwe bouwwerk, de ecclesia, is geworden, maar natuurlijk ook de dag in de toekomst dat Israël tot erkenning zal komen van haar Messias. Dan zullen zij zeggen: Och, JAHWEH, geef toch redding! Och, JAHWEH, geef toch voorspoed!
Het Joodse volk zal zich in een uiterst benauwde situatie bevinden aan het einde van de grote verdrukking als zij deze woorden uitspreken. Zij zullen de naam van JAHWEH aanroepen en Hem bidden om redding. Daarover later meer, omdat dit onderdeel is van Jezus’ toespraak in Mattheüs 24.
26 Gezegend de Komende in de naam van JAHWEH…
de Komende
Wanneer het volk in haar uiterste nood de naam van JAHWEH aanroept, zal Christus Jezus als beeld van God, neerdalen vanuit de hemel en Zijn voeten zetten op de Olijfberg.
De Komende is een aanduiding van de Messias. Ook Paulus gebruikt deze term, als hij erop wijst dat Adam een type is van de Komende (Rom.5:14). De verwachte Messias, de komende Koning, zal aanwezig zijn en zal Zijn Koninkrijk vestigen over deze aarde.