de steen

Het Hebreeuwse woord eben betekent steen. Dit woord is een samenvoeging van twee andere woorden. Het eerste deel is ab, dat vader betekent (denk aan abba), het tweede deel is ben en dat betekent zoon. In het Hebreeuws is de steen dus een voorstelling van de eenheid van Vader en Zoon. De steen of rots in de Schrift is dan ook een uitbeelding van wat God de Vader doet in en door Zijn Zoon, Christus Jezus.
Bakstenen zijn hierop de uitzondering. Die spreken van wat een mens zelf probeert te bewerken, er “zelf van bakt”.

Enkele voorbeelden van stenen of rotsen in de Schrift:

Genesis 28
18 Daarna stond Jakob ’s morgens vroeg op. Hij nam de steen waar hij zijn hoofdkussen van gemaakt had, zette die overeind als een gedenkteken en goot er olie op.

rust en opstanding
Jakob legde zijn hoofd te rusten op een steen (Gen.28:11) en als hij niet werkt, maar rust, ontvangt hij beloften van God (Gen.28:13-15). Zeven keer zegt God: “Ik zal…”
Wanneer Jakob vroeg in de morgen wakker wordt (vergelijk Joh.20:1) richt hij de steen op, zodat de steen een uitbeelding wordt van opstanding en giet hij er olie overheen. Hiermee wordt deze steen een opgestane gezalfde (Hebr. Massiach = Messias).

Exodus 17
12 De handen van Mozes werden echter zwaar; daarom namen zij een steen en legden die onder hem, zodat hij erop kon gaan zitten. Aäron en Chur ondersteunden zijn handen, de een aan de ene en de ander aan de andere kant.

overwinning
Mozes neemt plaats in de hoogte (Ex.17:9) en rust op de steen, een uitbeelding van Christus, gezeten in de hemel. In zijn handen heeft hij de staf (Ex.17:9). Met een staf sta je en blijf je staande, het is een embleem van opstanding. Zijn handen, die de staf omhoog houden, worden ondersteund door Aäron, de hogepriester, en Chur, beeld van Gods geest. Het Hebreeuwse Ruach betekent geest en is een anagram van Chur. Zo lijkt de strijd weliswaar beneden te worden gestreden, maar de overwinning op de vijand wordt behaald in de hoogte.

Exodus 20
25 Maar als u voor Mij een stenen altaar maakt, mag u dit niet bouwen van gehouwen stenen, want als u ze met uw houweel bewerkt, ontheiligt u ze.

een verhoging
Een altaar is een verhoging van stenen en is daardoor altijd een symbool van de verhoogde Christus. Een altaar zou niet gemaakt worden van bewerkte stenen, want men kan niet tot God naderen door eigen werken, maar slechts door Christus. Over bakstenen lezen we voor het eerst bij de bouw van de toren van Babel (Gen.11:3). En ook Israël in slavernij moest bakstenen bakken (Ex.1:14).

Wij zouden niet vertrouwen op eigen werken of wat de mens tot stand brengt, maar op wat God doet en belooft. De rotsen en stenen in de bijbel, zijn dan ook altijd stenen, zoals we die vinden in de schepping (>natuursteen). Of het nou “een steen” zo groot als een berg is, of het steentje waarmee David Goliath versloeg.

1 Samuël 17
49 Vervolgens stak David zijn hand in de tas, nam daar een steen uit, slingerde die weg, en raakte de Filistijn daarmee tegen zijn voorhoofd, zodat de steen in zijn voorhoofd drong en hij met zijn gezicht ter aarde viel.

vijf stenen
Saul wilde dat David de reus tegemoet ging met zijn wapenrusting, maar David kon het pantser en de uitrusting van Saul niet dragen, het benauwde hem (1 Sam.17:38-39). Dit harnas, dat een uitbeelding is van de wet, legt David af (1 Sam.17:39) en met de staf in zijn hand, kiest hij vijf stenen (:40). De vijf is een uitbeelding van verborgenheden en van genade. Met deze steen, die een beeld is van de Zoon van David, overwint David de vijand.

Psalm 118
22 De steen die de bouwlieden verworpen hadden, is tot een hoeksteen geworden.

de Hoeksteen
Petrus geeft in Handelingen 4 commentaar op dit vers en zegt tegen Israëls leidslieden dat zij de bouwlieden zijn en Christus de steen is, die zij verworpen hebben. Deze Steen, die zij onwaardig achten en verwerpen, maakt God tot hoeksteen van een heel nieuw bouwwerk, de ecclesia, het lichaam van Christus (Ef.2:20): een geestelijke tempel (Ef.2:20-22).

Daniël 2
34 Hier keek u naar, totdat er, niet door mensenhanden, een steen werd afgehouwen. Die trof dat beeld aan zijn voeten van ijzer en leem, en verbrijzelde die.
(…)
35 Maar de steen die het beeld getroffen had, werd tot een grote berg en vulde de hele aarde.
(…)
44 In de dagen van die koningen zal de God van de hemel echter een Koninkrijk doen opkomen dat voor de aeonen niet te gronde zal gaan en waarvan de heerschappij niet op een ander volk zal overgaan. Het zal al die andere koninkrijken verbrijzelen en tenietdoen, maar zelf zal het voor de aeonen standhouden.
45 Daarom hebt u gezien dat, niet door mensenhanden, uit de berg een steen werd afgehouwen, die het ijzer, brons, leem, zilver en goud verbrijzelde.

vanuit de hoogte
Hier wordt het beeld van Nebukadnezar beschreven dat een uitbeelding is van de koninkrijken van deze aarde. God zal deze koninkrijken teniet doen en een Koninkrijk oprichten dat heel de aarde zal beslaan, uitgebeeld door de steen die zonder mensenhanden werd afgehouwen en de hele aarde vulde.
Dit laatste, definitieve Koninkrijk, is een Koninkrijk onder heerschappij van de Messias. Het is een Koninkrijk dat niet door mensenhanden tot stand komt, maar vanuit de hoogte komt, van de God van de hemelen (Dan.2:45): het Koninkrijk van de hemelen.

1 Korinthe 10
1 Want ik wil niet, dat jullie onwetend zijn, broeders, dat onze vaders allen onder de wolk waren, en allen door de zee heen gingen, 2 en allen in Mozes gedoopt worden, in de wolk en in de zee, 3 en allen dezelfde geestelijke voeding aten, 4 en allen dezelfde geestelijke drank dronken, want zij dronken uit een geestelijke rots, die hen volgt.
En de rots was Christus.

Christus
Hier zegt Paulus in een paar zinnen dat de hele geschiedenis van Israël in de woestijn, onder leiding van Mozes, een geestelijke en diepere betekenis heeft. De rots die water voortbracht is een voorstelling van Christus. Hij is degene die leven geeft.

Lukas 24
2 Zij nu vonden de steen afgewenteld van het graf.

de omgewentelde steen
De steen, die voor het graf geplaatst was door de overheden, was weggewenteld. Een uitbeelding van de grootste omwenteling in de geschiedenis: de opstanding van Christus! Hier werd de dood overwonnen en eens zal die dood volledig teniet gedaan worden (1 Kor.15:26; 2 Tim.1:10).