Mattheüs 25:1 de gelijkenis van de wijze en dwaze maagden (1): wanneer?

Dat de vertalers de bijbel hebben ingedeeld in hoofdstukken, is vaak erg makkelijk. We kunnen door het hoofdstuk en het vers te noemen, snel de dingen vinden. Maar soms kan het ook een belemmering zijn en dat is hier het geval. Met de gelijkenis van de vijf wijze en vijf dwaze maagden begint een nieuw hoofdstuk, maar het is nog steeds dezelfde toespraak van de Heer, want Hij beëindigt Zijn woorden pas in Mattheüs 26:1.

Mattheüs 25
1 Dán zal het Koninkrijk van de hemelen vergeleken worden met tien maagden…

alsdan
Dán, op dát moment
, zal het Koninkrijk van de hemelen, gelijk zijn aan tien maagden. Deze gelijkenis mag dus niet uit de context worden gehaald en op elke tijd worden toegepast. Zo wordt het namelijk meestal wel gedaan. De strekking zou dan zijn dat ‘wij’ de tien maagden zijn en onze lamp brandend moeten houden. Maar het gaat niet over onze tijd, maar over de periode vlak voor het einde van de aeon, als de toekomende aeon zeer aanstaande is.

chronologisch
Ook kunnen we dit gedeelte niet betrekken op een periode zoals de grote verdrukking. We zouden de chronologische aanwijzingen die de Heer in Zijn toespraak noemt, niet negeren. Het woord tote, dat hier vertaald is met (als)dan, loopt als een rode draad door Mattheüs 24 en 25 en komt maar liefst 16 keer voor in deze twee hoofdstukken. We zouden deze tijdrekenkundige aanwijzingen volgen, want het is de chronologische ruggengraat van deze toespraak (Matth.24:9,10,14,16,21,23,30,40; Matth.25:1,7,31,34,37,41,44,45). Mattheüs 24 en 25 is een chronologisch verslag!

maar van die dag en van die ure weet niemand
De gelijkenis van de vijf wijze en vijf dwaze maagden handelt nog steeds over de kwestie van het einde van de aeon en dat niemand de dag nog het uur daarvan kent (24:36). Het zal zijn zoals in de dagen van Noach (24:37). Men zal geen besef hebben van Zijn komst en wanneer het moment daar is, zal het de meesten overvallen, net als toen de zondvloed kwam (24:39). Ongelovigen zullen worden weggenomen en gelovigen zullen op aarde worden gelaten (24:40-41), waar dan het Koninkrijk aanvangt, de toekomende aeon.

Dát wordt geïllustreerd in de gelijkenis van de twee dienstknechten (24:45-51), maar ook in de gelijkenis van de vijf wijze en vijf dwaze maagden, die daarop volgt.
Eerder in Mattheüs 24 lazen we enkele keren de oproep tot waakzaamheid.

Waakt dan, want gij weet niet, op welke dag uw Here komt (24:42)

Daarom, worden ook jullie gereed, want op een uur dat jullie het niet menen, komt de Zoon van de mens (24:44)

En we vinden een vergelijkbare oproep aan het einde van de gelijkenis van de vijf wijze en vijf dwaze maagden, die de conclusie vormt naar aanleiding van de gelijkenis.

Waakt dan, want gij weet de dag noch het uur (25:13)